Epis Azuli

De Historiën - Het Vierde Rijk

[5638-5650] Voorspel

In de provincie Lakir had het geslacht Plentagonunte Capeti de macht als krijgsheren. Zij droegen niet meer dan de titel Gouverneur-Generaal die zij verworven hadden via hun banden met het Huis Guncaues Cununcui. Kardrike Plentagonunte Capeti (5584-5642), een kleinzoon van Keizerin Paneopice via een dochter van haar, was er in 5638 in geslaagd Indri op Kike te veroveren en wist zich te profileren als een van de machtigere krijgsheren. Hij sneuvelde echter tegen een van zijn zwakkere concurrenten samen met zijn oudste zoon Phelon (5613-5642), en liet de regering over aan zijn jonge zoon Karlon. Deze bleek echter een militair genie. Een voor een versloeg hij de kleinere krijgsheren en verenigde hun gebieden tot hij alleen Kike nog tegenover zich had staan als serieuze concurrent. In 5648 versloeg hij Kike volledig over een reeks van veldslagen en het koninkrijk viel uiteen onder rivaliserende takken van de koninklijke familie. Karlon wist Nike en delen van Inozale te veroveren. Er zat nu echter een groot gat in zijn rijk: de stadstaat Terazon die door de Prins-Kardinaal werd bestuurd. Karlon zag de stad, die de hoofdstad was geweest van het Eerste en het Tweede Rijk, als het ultieme doel. Een beleg van anderhalf jaar volgde. De stad viel. Karlon liet de Prins-Kardinaal ter dood brengen en joeg de clerus uit Terazon, die naar Inozale vluchtte en daar een nieuwe Kardinaal benoemde.

[5650-5755] Vorming van het Vierde Rijk

5650-5681 Karlon I
5681-5711 Endrike I
5711-5735 Endrike II
5735-5745 Phelipe I
5745-5755 Edovarde

Karlon Plentagonunte Capeti riep Terazon uit tot hoofdstad van het nieuwe Vierde Rijk van Epis Azuli, met hemzelf als Keizer (Curexi). Vele oude delen van Epis Azuli waren echter nog altijd onafhankelijk. Karlon I (5650-5681) bezat alleen de kern van het Azulische land, het landsdeel Xunundri. Hij was fel tegen de macht van de kerk en poogde deze te minderen zonder het volk tegen zich te krijgen. Zo maakte hij zijn opvolging exclusief voor zijn mannelijke nazaten. Vrouwen waren uitgesloten. Het Huis Plentagonunte Capeti bleek echter bijzonder viriel en het wist 1479 jaar lang zonen te produceren. Met een felle huwelijkspolitiek bond het Huis alle voorname edelen aan zich en vergrootte daardoor de eenheid. Dat was het voornaamste beleid gedurende de eerste eeuw van het Vierde Rijk: de eenheid in het land versterken, de oppositie uitroeien en eventuele bedreigingen van buiten hard af slaan.

Nadat Karlon I stelselmatig de edelen die hem vijandig waren geweest ten val had gebracht begon hij in 5658 de Kerk aan te vallen. Hij stelde een reeks van wetten in waarin hij niet toe stond dat de Kerk wereldlijke macht bezat. Hoewel hij niet zover ging om de Kerk belasting te laten betalen, onteigende hij wel de uitgestrekte landerijen en andere gebieden waar ze als geestelijke vertegenwoordiging geen noodzaak toe hadden. Meestentijds verpachtten ze deze landerijen aan boeren en hadden zo onnodige inkomsten. Afhankelijk van de grootte van het klooster en het belang van het stuk land voor de Kerk, eigende hij grote gebieden toe aan de staat. Alle boeren die eerst leenman waren geweest van de Kerk maakte hij vrij. Hij liet de staat de vrije gronden aan de boeren verpachten. De pacht was niet meer dan een belasting die minder dan de helft was van wat de Kerk, of andere grootgrondbezitters en edelen vroegen. Hiermee vormde hij een nieuwe klasse van vrije boeren die zich meer zouden inzetten voor een goede oogst, want al wat ze overhielden konden ze verhandelen en daarmee zou de handel toenemen en de prijs van voedsel zakken. De vrije boeren zouden loyaal zijn aan de staat en niet aan een edele of de Kerk.

De komst van de vrije boeren was een schok voor de edelen en deze zagen zich bedreigd door een opstand van hun eigen boeren. Vanaf 5671 begonnen in het Vierde Rijk de belastingen voor boeren overal te dalen. Ook begon toen de opkomst van de vrije boeren in de handel gemerkt te worden. De handel nam toe en de vrije boeren konden lagere prijzen bieden. Het aantal vrije boeren was echter nog beperkt. Karlon I wilde meer gebieden ontgind zien en bedacht allerlei slinkse wijzen om meer gebieden af te troggelen van het oude systeem. Vooral zijn politieke vijanden moesten het ontgelden. Een opstand had nu als gevolgd dat er landerijen werden geconfisceerd en dat de boeren werden vrij gemaakt. De macht van de edelen en de Kerk werden zo beperkt en die van de Keizer werden versterkt en vergroot. Het nieuwe systeem en het verbeterde en eenvoudigere belastingstelsel gaven een sterke impuls aan de economie en de handel en brachten zo een sterke fundering voor het voortzetting van het Vierde Rijk. Het Huis Plentagonunte Capeti zette de handel hoog op de agenda en gaf weinig om adel en Kerk.

[5755-5877] Eerste expansie

5755-5790 Anxendre I
5790-5821 Phelipe II
5821-5840 Jaun I
5840-5877 Phelipe Endrike

Nadat Keizer Edovarde (5745-5755) was gevallen in de slag tegen een naburige krijgsheer, besloot zijn broer Anxendre I (5755-5790) dat Epis Azuli intern stabiel was en dat het rijk aggressief naar buiten moest worden. Er was ook zeker behoefte aan een zeehaven om de handel te versterken. Een eeuw van expansie volgde waarin het leger beter werd georganiseerd en de zwakkere buurstaten werden veroverd.

[5877-5943] De Eerste Burgeroorlog

5877-5901 Anxendre II
5901-5903 Anxendre III
5903-5910 Lupan I
5910-5943 Phelipe III

Bij het begin van de regering van Phelipe Endrike in 5840 was deze nog maar 14. Zijn vader Jaun I besloot op zijn sterfbed dat tot het 18e jaar van een Keizer er een regent zou zijn die de titel Landvoogd zou dragen. In het geval van twijfel kon de Landsraad bij 2/3 meerderheid dit verlengen tot het 21e jaar.

In 5877 usurpeerde Anxendre II, de broer van Phelipe Endrike, de troon. Hij was tegen de wet van Jaun I en maakte hiervan een reden om de troon te grijpen na diens dood. Endrike, de oudste zoon van Phelipe Endrike was nog maar 12 en Anxendre II vond het onzin om een Landvoogd te benoemen als er nog een volwassen lid van het Huis Plentagonunte Capeti beschikbaar was. Epis Azuli was verdeeld over dit beleid en een burgeroorlog barstte los (5879-5912), die een einde maakte aan de expansie en tot interne verzwakking leidde en verloren werd door de Anxendre II-tak. De winnaar, Keizer Phelipe III (5910-5943), de enige zoon van de pretendent Endrike, welke tijdens de strijd gesneuveld was, had veel tijd nodig om daarna alle vetes te repareren en om de restanten van de Anxendre II-factie te vernietigingen die nu vluchtelingen waren en werden opgejaagd. Pas in 5927 werd de laatste mannelijke afstammeling van Anxendre II op brute wijze gedood. Zijn harde maatregelen, zijn strenge beleid en grondige belastingen waren weinig populair, maar hij was een efficiente heerser die een gezonde staat achter liet. De wrede jacht op zijn familieleden hebben het beeld van hem in de geschiedenis echter bepaald. Daarnaast ging er het hardnekkige gerucht dat hij een voorkeur voor mannen had. Nadat hij een zoon had verwekt bij zijn vrouw verwaarloosde hij haar volledig en daarbuiten is bijzonder weinig bekend over mogelijke minnaressen die hij heeft gehad.

[5943-6252] Ontwikkeling van het Rijk

5943-5977 Karlon II
5977-5994 Karlon III
5994-6002 Karlon IV
6002-6038 Karlon V
6038-6046 Giargxi Anxendre I
6046-6075 Endrike III
6075-6077 Anxendre IV
6077-6104 Pherandon
6104-6161 Lutexi I
6161-6167 Endrike IV
6167-6169 Phranxi I
6169-6182 Anxendre V
6182-6215 Edovarde Phelipe I
6215-6252 Jaun II

Een tijd van relatieve rust volgde met enige expansie in sommige periodes. Vier Karlons volgden Phelipe III op en alleen Keizer Karlon II sneuvelde niet op het slagveld. Desondanks werden de veldtochten meestal succesvol afgesloten. De dood van een Keizer vormde geen terugslag dankzij de goede organisatie van het leger. Bij de dood van Karlon IV (5994-6002) op het slagveld benoemde hij voor zijn sterven zijn schoonvader generaal Cason Hopheste, die een boezemvriend was geweest van Karlon III, tot Landvoogd over zijn zoon Karlon V. Cason Hopheste overleed echter al na twee jaar, maar niet voordat hij zijn dochter, Keizerin Irize Hopheste, tot Landvoogdes over haar zoon wist te benoemen. Zij was de enige vrouwelijke Landvoogd gedurende het Vierde Rijk. De invloed van haar vader en het respect dat zij had verworven onder de edelen gedurende de periodes dat zij als Regentes had opgetreden als Karlon IV op veldtocht was, maakte deze uitzondering mogelijk. Ook nadat Karlon V officieel de macht in handen had gekregen behield zij de positie als belangrijkste raadgeefster en trad zij nog enkele malen op als Regentes gedurende zijn eigen veldtochten.

De dood van Karlon V in 6038 deed zijn zoon Giargxi Anxendre I echter besluiten dat er genoeg gevochten was en gedurende 40 jaar was er vrede. Dit zorgde er echter voor dat het hof in Terazon weer het centrum van Epis Azuli werd en intriges en samenzweringen voor hoge posities in combinatie met weinig daadkrachtige Keizers verzwakten het rijk intern. Keizer Pherandon (6077-6104) hervatte de strijd nadat er opstanden waren uitgebroken in de recent veroverde gebieden en sloeg deze neer. Hij nam enige maatregelen om het hof te zuiveren, maar dat was meer om zijn eigen vertrouwelingen machtiger te maken. Na de lange regering van de conservatieve Lutexi I (6104-6161) was de macht van het leger sterk verzwakt ten gunste van het hof. Lutexi I was een voorstander van vrede, stabiliteit en vrijheid en onderdrukte de Kerk nog harder dan daarvoor. Na zijn dood ontstond er een economische crisis waarop hongersnoden en volksopstanden, geleid door de profeet Mehamedun, volgden die tegen de Keizer ageerden, waarbij Keizer Phranxi I het leven liet in een poging roem te verwerven door persoonlijke de rellen neer te slaan. Zijn neef en opvolger Anxendre V (6169-6182) bracht het leger weer te velde en sloeg de rellen met bloedige hand neer. Mehamedun werd opgejaagd en in 6174 gevangen genomen en terecht gesteld. Anxendre V achtte een zuivering van de gevaarlijke sektes nodig en starte een eeuw van pogroms op de Mehamedieten en Mezunieten.

Epis Azuli kwam gesterkt uit de crisis en kende een relatief stabiele en welvarende periode met lichte expansie, maar op militair gebied kon Epis Azuli niet imponeren; de belangrijkste expansie was al tussen 5770-5870 geweest en verdere expansie vergde meer inspanningen en middelen.

[6252-6307] De Tweede Burgeroorlog

6252-6263 Romunon I
6263-6281 Endrike V
6281-6286 Romunon II
6286-6287 Endrike VI
6287-6307 Giargxi Anxendre II

Aan de welvarende periode kwam een einde door de haat tussen de Romunon, de zoon van Keizer Jaun II, en diens neef Endrike. Nadat Romunon I Keizer was geworden deed hij alles om Endrike te vernederen. Endrike won daarop medestanders en stuurde aan op een confrontatie. Een nieuwe burgeroorlog (6257-6293) was het gevolg. Endrike versloeg in 6263 Romunon I en werd zelf Keizer Endrike V (6263-6281), maar diens oudste zoon Romunon ontsnapte en hervatte de strijd.

Ondanks successen hield Endrike V de macht in Terazon solide vast. Toen hij overleed waren Romunon en Endrike V's zoon Endrike beiden te velde in de strijd tegen elkaar. In Terazon poogden Romunon's getrouwen een coup, maar zonder zijn aanwezigheid was er geen succes. Een race naar Terazon volgde die Romunon een halve dag voor Endrike deed arriveren. Het bleek genoeg te zijn om de stad in handen te krijgen. Endrike zag zich beroofd van zijn troon. Een edelmoedige Romunon gaf Endrike V een respectvolle begrafenis, maar Prins Endrike was vol van haat. Vijf bloedige jaren volgden. In de slag versloeg Endrike tenslotte Romunon II, maar zelf liep hij daarbij hevige verwondingen op. Hij wist zichzelf nog te laten kronen, maar spendeerde het volgende half jaar op zijn ziekbed waarna hij stierf.

De troon ging naar Giargxi Anxendre II (6287-6307), de zoon van zijn jongere broer. Een dochter van Romunon II die gevangen was genomen bij de herovering van Terazon na diens dood, nam hij tot vrouw in de hoop de vete te repareren. Een minderjarige zoon van Romonun II leefde echter nog en diens factie verenigde zich achter hem en zetten de oorlog voort. Giargxi Anxendre II zag zich zo gedwongen in 6293 de broer van zijn vrouw te doden om een definitief einde te maken aan de strijd. De relatie tussen hen beiden was al slecht, maar werd daarna nog minder. Hij zag zich gedwongen haar op te sluiten op haar kamers. Desondanks verwekte hij verscheidene kinderen bij haar en zorgde zo voor voortzetting van de dynastie. Ondanks zijn goede inborst werd Giargxi Anxendre II geplaagd door door vragen over de zonde en de zuiverheid van de besluiten die hij nam. Voor een Plentagonunte Capeti was hij verrassend religieus. Om zijn regering in goede banen te leiden benoemde hij de edelman Nikalon Romunevi in 6291 tot Landvoogd. Deze positie was anders dan voorheen. De Landvoogd was meer Eerste Minister dan regent. Giargxi Anxendre II's behoefte aan zuiverheid deed hem veel mediteren en vasten. Dit verzwakte zijn gezondheid en Romunevi's macht en invloed groeide, maar hij maakte er geen misbruik van, hoewel Giargxi Anxendre II hem in 6299 een hogere titel schonk en rijke landen, waarmee hij de latere basis van het Huis Romunevi kon vestigen.

[6307-6456] Machtige Mannen achter de Troon

6307-6326 Gaetan I
6326-6332 Lupan II
6332-6334 Romunon III
6334-6352 Edovarde Phelipe II
6352-6361 Anxendre VI
6361-6382 Karlon Endrike
6382-6399 Lutexi II
6399-6402 Iwon
6402-6418 Anxendre VII
6418-6427 Sigemon I
6427-6442 Lutexi III
6442-6456 Peppun I

De gezondheid van Giargxi Anxendre II verzwakte door zijn vasten en gebrekkige levenswil zodanig dat hij al vroeg stierf. Romunevi werd voor een jaar een echte Landvoogd voor zijn nog minderjarige zoon Gaetan I (6307-6326) met wie hij eveneens een vertrouwensband had opgebouwd. Gaetan I hield hem aan als Landvoogd tot Romunevi in  6315 zelf besloot met pensioen te gaan. Gaetan I behield de positie, want zij was hem tot nut. Opstanden en aanvallen uit het buitenland begonnen Epis Azuli te bedreigen en hij had iemand nodig die hem kon ondersteunen als hij op veldtocht was. Gaetan I sneuvelde echter en de Landvoogden die hij had benoemd bleken onbekwaam. Een van zijn generaals, Nepolun Bonaxi Partenun, greep in toen er aan het hof een strijd ontstond over wie Landvoogd zou zijn voor Gaetan I's minderjarige troonopvolger. Het was net geen staatsgreep, maar Bonaxi Partenun liet zich benoemen tot Landvoogd-Generaal. Hij voerde dan ook bevel over het leger en met succes. De zwakke jonge Keizer Lupan II was helemaal in zijn ban en vergezelde hem liever op zijn veldtochten dan dat hij aan het hof verbleef vol met vleiers en manipulanten. In de praktijk volgde Lupan II alle voorstellen van Nepolun op zodat hij de facto heerste over Epis Azuli. Bonaxi Partenun gaf echter meer om militair succes en de Keizer was een nuttige stroman voor zijn wensen. Toen Lupan II in 6332 door ziekte overleed werd Bonaxi Partenun wederom regent voor diens minderjarige broer Romunon III. Net als Lupan II was hij onder de indruk van de briljante generaal en hij aarzelde niet om ook op veldtocht te gaan nu hij niet meer verplicht was aan het hof te blijven omdat zijn oudere broer op veldtocht was. Romunon III was echter roekeloos en sneuvelde twee jaar later. De troon ging nu naar zijn oom Edovarde Phelipe II (6334-6352), die gehuwd was met een kleindochter van Nikalon Romunevi. Bonaxi Partenun had zich zorgvuldig ingedekt. Er was wederzijds respect tussen beide mannen. Edovarde Phelipe II onderkende het militaire genie van Bonaxi Partenun, maar zelf was hij ook een bekwaam legeraanvoerder. Bonaxi Partenun bleef Landvoogd-Generaal, maar hij bond zijn invloed en macht in ten gunste van Edovarde Phelipe II, die bekwaam genoeg was als staatsman. Tezamen brachten zij nieuwe successen naar Epis Azuli. Bonaxi Partenun overleed in 6341 en Edovarde Phelipe II benoemde geen opvolger voor hem, maar door de strijd was zijn gezondheid zodanig beschadigd dat hij jong overleed.

Zijn zoon Anxendre VI (6352-6361), die gehuwd was met een dochter van Bonaxi Partenun, was zwakbegaafd en werd geheel beheerst door zijn sluwe neef Karlon Endrike, die in feite alle macht in handen had en zich in 6353 dan ook tot Landvoogd-Generaal liet benoemen. Anxendre VI had echter wel een zoon, Lutexi, weten te verwekken en toen deze ouder werd poogde deze zijn vader af te zetten, op aanstichten van zijn moeder die voor Karlon Endrike en Lutexi's leven vreesde, zodat hij hem op kon volgen. Karlon Endrike, die in feite alle macht in handen had maar geen grip had op Lutexi, vreesde voor zijn positie. Hij vermoordde Anxendre VI en pleegde een staatsgreep. Lutexi was gedwongen in ballingschap te vluchten doordat Karlon Endrike het merendeel van de rijksedelen voor zich had weten te winnen. Vanuit de onherbergzame grenslanden van Epis Azuli organiseerde Lutexi zijn verzet. Karlon Endrike poogde meerdere malen hem te vermoorden, maar slaagde er alleen in diens oudste twee zonen te doden. Karlon Endrike bleek teveel machtsbelust en joeg de rijksedelen steeds meer tegen zich in het harnas. In 6380 startte Lutexi zijn opstand die twee jaar later tot de dood van Karlon Endrike leidde. Karlon Endrike was als Keizer degelijk en efficient, maar was soms wreed en weinig geliefd.

Keizer Lutexi II (6382-6399) bracht een nieuwe opleving van Epis Azuli en herstelde haar status en macht, maar zijn oudste zoon Iwon bleek waanzinnig en vermoordde Lutexi II. Toch kon hij zijn vader nog opvolgen, maar de kerk excommuniceerde hem en drie jaar later werd hij vermoord. Zijn broer Anxendre VII was een zwak figuur. Hij onderkende zijn onmacht om de rijksedelen in het gareel te houden en benoemde in 6412 een Landvoogd in de persoon van Gaetan Themisto Candath om het beleid vorm te geven. Dit bleek een verrassend sterke zet te zijn. Themisto Candath herstelde de eenheid en de orde in Epis Azuli. Anxendre VII verwekte echter alleen enkele dochters en overleed vroeg door ziekte. Zijn broer Sigemon I was nog zwakker dan Anxendre VII. Themisto Candath beheerste hem volledig en had in feite alle macht in handen. De macht van de Keizer was sterk verminderd en de positie van Landvoogd verwierf meer aanzien en macht. De Keizers waren marionetten en de generaals en de Landvoogd streden met elkaar om de macht. Opmerkelijk genoeg betekende dit geen verzwakking voor Epis Azuli. De macht lag in handen van andere personen die goed wisten te zorgen voor het rijk ondanks de zwakte van de Keizers, die vooral figuurlijke hoofden waren. Toen ook Sigemon I vroeg overleed werd Themisto Candath regent voor diens minderjarige zoon Lutexi III (6427-6442). Hij overwicht op de generaals die hij verdeeld wist te houden. Lutexi III hield niet van regeren, maar wilde bevelhebber van het leger zijn. Themisto Candath was bereid dit toe te staan als Lutexi III zou huwen met zijn kleindochter. Hiermee was zijn macht achter de troon compleet.

Themisto Candath overleed echter in 6435 en een half jaar van strijd over zijn opvolging vond plaats. Lutexi III greep nu zelf met harde hand in en benoemde zijn eigen vertrouweling, Luctor Caliphas Pausani, tot Landvoogd, waarop Lutexi III doodgemoederd weer vertrok op veldtocht. Hij was een matig bevelhebber, maar zolang er geen fiasco gebeurde liet het hof hem begaan. Uiteindelijk leverden zijn campagnes weinig op. Caliphas Pausani daarentegen wist zich al snel dezelfde macht toe te eigenen als Themisto Candath en hij regeerde met strenge hand. Toen Lutexi III in 6442 sneuvelde en een minderjarige opvolger had werd hij officieel regent. Hij moedigde de jonge Peppun I bewust aan om militaire roem te verwerven, terwijl de weinig intelligente knaap zich geheel door Caliphas Pausani liet beheersen. Peppun I boekte in het begin nog enkele verrassende overwinningen, maar dit leidde tot overmoedigheid en zijn sneuvelen in 6456. Zijn broer Romunon IV (6456-6489) was echter van een heel ander kaliber. Caliphas Pausani was er niet in geslaagd de sluwe jongeling te beheersen, maar omdat hij nog minderjarig werd bij de dood van Peppun I werd Caliphas Pausani alsnog regent en hield Epis Azuli in zijn greep tot hij een jaar later overleed en de weg naar de vrijheid en alleenmacht voor Romunon IV werd opengelegd. Desalniettemin had Caliphas Pausani zijn macht gebruikt om, net als Themisto Candath, zijn eigen familie te verrijken en titels en landerijen te verwerven, welke een basis zouden zijn voor de later machtspositie van zijn Huis.

[6456-6864] De Gouden Periode

6456-6489 Romunon IV
6489-6512 Anxendre VIII
6512-6552 Lutexi Anxendre I
6552-6575 Sigemon II
6575-6599 Endrike VII
6599-6634 Gaetan II
6634-6681 Lutexi IV
6681-6694 Sigemon III
6694-6725 Phaeton I
6725-6771 Lutexi V
6771-6810 Phaeton II
6810-6821 Anxendre IX
6821-6864 Lupan III

De dood van Luctor Caliphas Pausani deed een nieuwe strijd ontbranden over zijn opvolging. Romunon IV zou officieel nog een jaar een Landvoogd hebben. Deze werd uiteindelijk Brenar Dulmen Kumpeli die direct poogde zijn macht ten koste van anderen uit te breiden en eenzelfde positie te verwerven als zijn voorganger. Romunon IV werkte hem hevig tegen, maar hij kreeg geen grip op de machtinaties van het hof. Begin 6459 werd Dulmen Kumpeli toch ten val gebracht. Romunon IV had zich uit noodzaak met een rivaal verbonden en bracht deze aan de macht. Deze Menon Reive bleek handelbaarder, maar er was absoluut geen respect voor de Keizer meer te vinden aan het hof. Romunon IV schoof zijn handen van Reive af en verbond zich nu met de generaals, die tenminste minder happig waren op de positie van Landvoogd. Begin 6463 voerde hij een grote schoonmaak uit. Reive werd gedwongen afstand te doen opdat hij zijn bezittingen en leven kon behouden. Velen werden gevangen genomen en een groot aantal van hen terecht gesteld, waaronder Dulmen Kumpeli, die na zijn val geen scrupules meer had gekend en zich met buitenlandse mogendheden had ingelaten. Romunon IV schafte de positie van Landvoogd weer af. Nu hij het hof en de politiek weer in handen had kon Romunon IV zich op de generaals richten die nog altijd een onafhankelijke factie vormden. Zij waren echter eerzuchtig en eenvoudig te verdelen. Nieuwe veldtochten werden georganiseerd, waar slechts enkele generaals aan mee mochten doen. Zo bedwong hij de generaals en zij die zich verzetten werden sneller gebroken, nu hij zelf de macht steviger in handen had. Toch was nog altijd de balans uit het rijk. De rijksedelen en de hoge officieren bleven koppig verzet bieden tegen de keizerlijke macht en het herstel van het respect was niet eenvoudig gedaan. Zijn zoon Anxendre VIII zette dit sobere werk voort. De eenheid werd hersteld, de rijksedelen tot de orde gebracht en de problemen met de kerk verminderd. Het leger werd ontdaan van ambitieuze generaals en gereorganiseerd. De regering van Lutexi Anxendre I (6512-6552) luidde een gouden tijd in voor Epis Azuli die ruim 400 jaar zou duren. De opvolging was solide en de macht van de Keizers steeg tot grote hoogte. Epis Azuli werd een wereldmacht.

Onder Lutexi Anxendre I begon Epis Azuli aan een periode van continue expansie over Thalassa. Het hart van Epis Azuli beleefde een lange tijd van vrede en grote welvaart.

Na de pacificatie van Oost-Kepheramondri was Epis Azuli zoekende naar een juiste invulling van dit dunbevolkte woeste gebied dat maar weinig beschaving bezat. De Khazarai waren praktisch uitgeroeid, maar in hun plaats waren de Ingdyl in het uiterste oosten nog sterk aanwezig. Lutexi Anxendre I zond kolonisten naar Oost-Kepheramondri terwijl hij onder de leiders van de verschillende volken een unificatie en assimilatie probeerde te bewerkstelligen. Een eeuw daarvoor was daar al een aanvang mee gemaakt door de kinderen van de belangrijkste leiders met elkaar te laten huwen en zo de machtsverbanden te vergroten. Hiermee zouden ze het respect en de eerbied van meerdere stammen kunnen verwerven. De eerste leider die voldoende onderricht was in het Azulische systeem was Yisuri. Aan de monding van de Xallanthazuli aan het Vedal Meer werd met lokale en Azulische kolonisten een stad gesticht genaamd Treympiun. In 6526 werd dit de hoofdstad van het nieuwe prinsdom Rokhambri met Yisuri als heerser. Het prinsdom zou autonoom functioneren en zolang ze maar belastingen afdroeg aan Terazon en voor vrede aan de oostgrens zorgde zou de keizer zich niet met deze vazalstaat bemoeien. De eerste jaren verliepen goed waardoor Lutexi Anxendre I besloot in het zuiden van Oost-Kepheramondri een tweede vazalprinsdom te stichten. Wederom werd een stad gesticht, deze kreeg de naam Emboriumdun en een neef van Yisuri, Ionati, werd in 6534 tot prins van Toxandri verheven. Weer tien jaar later was het de beurt aan het noorden van Oost-Kepheramondri. In 6543 werd het prinsdom Alcazandri gesticht met wederom als hoofdstad een kolonie genaamd Concombrun. Een neef van Ionati, Attari, besteeg de troon. De stad was echter geen lang leven beschoren. Zij was gelegen aan de Daire, vlak tegen de gebieden van de Ingdyl aan. In 6594, na een lange periode van geruzie over de exacte grenzen, vielen de Ingdyl Concombrun massaal aan. De stad was nog te zwak om zich te verweren en prins Acuri I en zijn hofhouding vluchtten naar het westen. De Ingdyl plunderden de stad en brandden haar tot op de grond af. De drie prinsen verenigden zich nu. Uit Toxandri kwam Finguti I en uit Rokhambri Inguti I. Een oorlog volgde dit tot 6605 voort zou duren waarbij de Ingdyl verslagen werden. De prinsen dwong de koning van Ingalynde, die eerst alleen een schatting aan Epis Azuli betaalde, tot vazalliteit van Epis Azuli. Alcazandri had in 6597 een nieuwe hoofdstad gesticht. In het noordoosten koos de prins de vestingstad Aizthzi uit tot hoofdstad. Hoewel de drie prinsdommen belastingen betaalden aan Epis Azuli, kregen zij in de praktijk meer geld van Epis Azuli om de infrastructuur en economie te verbeteren.

Tijdens de regering van Keizer Lupan III (6821-6864) werden er plannen ontwikkeld om de laatste vrije delen van Noord-Thalassa onder Epis Azuli te brengen. De Dardaniers van Sideria en andere noorderlingen verenigden zich echter onder de nakende dreiging en bouwden in hoog tempo een grote vloot. In 6861 zeilden zij naar het zuiden om de vloot van Epis Azuli voor te zijn en deze een slag toe te brengen. Kroonprins Phaeton, die de leiding had van de vlootoperaties, wachtte niet af en voer vergezeld met zijn twee zonen Lutexi en Gaetan met de nog niet volledig verzamelde vloot naar het noorden. Ook al was de vloot niet compleet, zij overtrof qua schepen die van de Siderische alliantie. Zij waren alleen niet adequaat voorbereid en er was een tekort aan voedselvoorraden. Bij Moussakai troffen de twee vloten elkaar in een reeks van slagen. De Siderische alliantie vocht verbeten en wanhopig. Toen Phaeton sneuvelde geraakte de Azulische vloot deels in wanorde. Aan beide zijden vielen duizenden doden en honderden schepen gingen verloren. De Siderische alliantie behaalde echter de overhand en veroverde meer schepen op de Azuli, die het merendeel van de vloot verloren. Ook sneuvelde de twee zonen van Phaeton; een zware slag voor de keizerlijke familie. Ook al was het geen totale nederlaag, de Siderische alliantie maakte wel een einde aan de noordelijke ambities van Epis Azuli en een einde aan de expansie van het rijk. De expeditievloot was weg en veel ervaring was verloren gegaan.

[6864-7091] Neergang

6864-6882 Peppun II
6882-6906 Cistenantun
6906-6941 Gaetan III
6941-6960 Lupan Pherandon
6960-6979 Giargxi
6979-6992 Lupan IV
6992-7008 Endrike Anxendre
7008-7019 Sigemon IV
7019-7040 Giargxi Pherandon I
7040-7075 Lutexi Anxendre II
7075-7091 Endrike VIII

De nederlaag bij Moussakai werd niet gezien als bedreigend. De Siderische alliantie kon niet op tegen de macht van Epis Azuli. De macht van de vloot was echter verzwakt en er was ook gemor onder de hoge generaals. Keizer Peppun II (6864-6882) liet alles voor wat het was. Hij was geen militair, maar een hoveling. Hij beval tot het herstel van de vloot, maar gaf er niet veel haast aan. De Siderische alliantie had ook geleden, maar veel moed en vertrouwen gewonnen, alsmede nieuwe aanhang in de Dardaanse territoria van Epis Azuli.

De lakse houding van de Keizers kon echter niet zo door gaan. De rijkdom en welvaart hadden geleidelijk geleid tot decadentie en corruptie. Het rijk draaide wel, maar er waren allerlei kleine oneffenheden en verzwakkingen die geleidelijk groeiden. Peppun II liet zijn erfopvolger Cistenantun geheel buiten de politiek en stationeerde hem bij voorkeur in het westen, waar de situatie rustig was. Toen Cistenantun de troon besteeg moest hij zich alle kennis eigen maken, maar omdat hij dit zelf moest doen zag hij talloze kwesties en problemen niet, wat deels te danken was aan de grote omvang van het rijk en de bureaucratie.

Een nieuwe barst ontstond in het westen, waar de Milantiers in 6892 de senaat in Julianopolis opnieuw oprichtten in een verlangen de oude tradities te herstellen en zelf meer invloed te hebben op de lokale politiek. De discussie over het toestaan of verbieden van de heroprichting van de senaat sleepte zich voort. De sluwe Milantiers speelden een subtiel diplomatiek spel en wisten represailles af te wenden.

Begin 6899 vond de tweede aanval van de Siderische alliantie plaats. Epis Azuli was niet goed voorbereid; de vlootonderdelen waren verspreid en er was onenigheid onder de legerleiding over de te volgen strategie. De Siderische alliantie verraste alle voorspellingen. Zij voeren naar Chrysopolis, het hart van de Dardaanse territoria. Het beleg werd om Chrysopolis geslagen, het garnizoen was te klein en moest in de verdediging. De aanwezig marineschepen werden door de overmacht overmand en werden makkelijk veroverd of gezonken. Toen kwamen ook de burgers van Chrysopolis in opstand en voordat een adequate ontzettingsvloot arriveerde was de stad gevallen en had de Siderische alliantie een strategische positie verworven. Keizer Cistenantun (6882-6906) reageerde adequaat, maar was niet bij machte Chrysopolis te heroveren, vooral doordat de nabije Dardaanse bevolking in opstand was gekomen tegen de Azuli. Hij slaagde er wel in een kettingreactie in de Dardaanse territoria te voorkomen.

Het verlies van Chrysopolis betekende wel dat Epis Azuli de grip op Dardania verloor en dat de Siderische alliantie aan populariteit en steun won. Geleidelijk nam het aantal opstanden toen in Dardania, vooral in de grensgebieden en Epis Azuli was niet bij machte deze neer te slaan, ook omdat in andere delen van het rijk de instabiliteit groeide. Andere overwonnen volkeren zagen het als een teken dat zij ook een kans maakten om hun vrijheid te herwinnen. Beetje bij beetje brokkelden de randen van het rijk af. Soms werd er nog wel een overwinning geboekt en wat teruggewonnen, maar dat bleek maar tijdelijk te zijn.

De kwestie in Milantica escaleerde in 6913. Keizer Gaetan III (6906-6941) verbood de senaat en nam enige vooraanstaande politici gevangen. De Milantiers hadden er echter rekening mee gehouden en kwamen op grote schaal georganiseerd in opstand. Zij verbonden zich met de Dardaniers die gestaag aan het oprukken waren en probeerden zo de aandacht van de Azuli te verdelen. Gaetan III hield lang op bloedige wijze stand, maar na zijn dood wilde zijn zoon Lupan Pherandon een andere strategie en poogde te onderhandelen. De Milantiers maakten hier gruwelijk misbruik van en binnen een jaar verloor Epis Azuli alle grip op het Milantica. Alleen de provincie Crespes, waar de Azulische legers zich terug trokken. Vanaf 6942 heerste er een gewapende vrede waarin de Milantiers zich reorganiseerden en zich nauwer verbonden met de Dardaniers. De druk hield echter aan en in 7008 ging tenslotte ook Crespes verloren.

[7091-7132] De Ondergang van het Vierde Rijk

7091-7098 Mekile
7098-7107 Giargxi Pherandon II
7107-7118 Anxendre X
7118-7122 Peppun III
7122-7128 Giargxi Anxendre III
7128-7129 Phranxi II

Het sneuvelen van Keizer Endrike VIII en de vernieting van het grootse leger betekende de nekslag voor het rijk. Alleen het kernland en enige overzeese kusten en enige eilanden waren nog in handen van Epis Azuli. De vloot was ernstig verzwakt en van de legers was weinig over. De voornaamste ramp was dat voor het eerst in 550 jaar de Keizer minderjarig was. De nieuwe Keizer Mekile was nog maar 10 jaar oud. De jongere broer van Endrike VIII, Giargxi Pherandon poogde de edelen ervan te overtuigen dat het in het belang van het rijk was als hij opvolgde in plaats van Mekile. De afwezigheid van Endrike VIII aan het hof, die meer aandacht besteedde aan het behoud van het rijk dan aan politiek, had het hof veranderd in een wespennest van intriges en samenzweringen. Een Landvoogd werd benoemd, maar de strijd was hevig. Er waren drie Landvoogden tot Mekile onder verdachte omstandigheden na 7 jaar overleed. Hij had talent getoond, een scherpe geest, maar dat was niet meer. Keizer werd nu toch Giargxi Pherandon II (7098-7107), die echter hopeloos faalde. Voortdurend was hij in gevecht met het hof. Ballingschapen, gevangenschappen en executies werden met regelmaat uitgevaardigd. Het leger werd niet hersteld of verbeterd en intern was het rijk hevig verdeeld. Wie de Keizer tenslotte vermoordde is nog altijd een mysterie. Vele facties waren tegen hem en zijn regering was een mislukking. Na zijn dood vochten de rijksedelen openlijk om de positie van Landvoogd voor diens minderjarige zoon Anxendre X. De situatie verergerde. In meerdere delen van Epis Azuli vond strijd plaats en de opeenvolgende Keizers werden vermoord om te voorkomen dat de andere partij hen kon beheersen. In 7129 stierf de laatste directe mannelijke nazaat van het Huis Plentagonunte Capeti. Enkele verre takken, vertegenwoordigd door enkele rijksedelen, bestreden elkaar om de macht. Er werd nog wel een Landvoogd benoemd, maar na diens moord in 7132 was er geen Landvoogd of Keizer meer. Het Vierde Rijk was ten einde.

De eeuwenlange cohesie voorkwam dat de rijksedelen zich afscheiden, maar van een eenheid was geen sprake meer. Zij wilden de macht over het hele rijk. Er werd eerst een nieuwe raad ingesteld die Epis Azuli tijdelijk zou besturen. Een variatie van regeringsvormen volgden die geen van allen de volle termijn behaalden. Epis Azuli kreunde onder interne conflicten. Een economische depressie en hongersnoden waren het gevolg. In 7215 tenslotte verklaarden de drie machtigste edelen, de Vorsten van Indri (centraal), Katile (oost) en Nike (west), zich onafhankelijk, omdat niemand de ander de leiding gunde de Dardaanse dreiging in het noorden te weerstaan.

Keizers (Curexi) van Epis Azuli

HUIS PLENTAGONUNTE CAPETI
5650-5681 Karlon I
5681-5711 Endrike I
5711-5735 Endrike II
5735-5745 Phelipe I
5745-5755 Edovarde
5755-5790 Anxendre I
5790-5821 Phelipe II
5821-5840 Jaun I
5840-5877 Phelipe Endrike
5840-5844 Landvoogd Merton Jule Sigen
5877-5901 Anxendre II
5901-5903 Anxendre III
5903-5910 Lupan I
5903-5908 Landvoogd Lutexi Beronize
5910-5943 Phelipe III
5943-5977 Karlon II
5977-5994 Karlon III
5994-6002 Karlon IV
6002-6038 Karlon V
6002-6004 Landvoogd Cason Hopheste
6004-6013 Landvoogdes Irize Hopheste
6038-6046 Giargxi Anxendre I
6046-6075 Endrike III
6046-6050 Landvoogd Basun Lene Kinechis
6075-6077 Anxendre IV
6075-6077 Landvoogd Anxendre Loi Jenagun
6077-6104 Pherandon
6104-6161 Lutexi I
6161-6167 Endrike IV
6167-6169 Phranxi I
6169-6182 Anxendre V
6182-6215 Edovarde Phelipe I
6182-6183 Landvoogd Jusuve Eli Bujade
6215-6252 Jaun II
6252-6263 Romunon I
6263-6281 Endrike V
6281-6286 Romunon II
6286-6287 Endrike VI
6287-6307 Giargxi Anxendre II
6307-6326 Gaetan I
6307-6308 Landvoogd Nikalon Romunevi
6326-6332 Lupan II
6326-6327 Landvoogd Nepolun Bonaxi Partenun
6332-6334 Romunon III
6332-6333 Landvoogd Nepolun Bonaxi Partenun
6334-6352 Edovarde Phelipe II
6352-6361 Anxendre VI
6361-6382 Karlon Endrike
6382-6399 Lutexi II
6399-6402 Iwon
6402-6418 Anxendre VII
6418-6427 Sigemon I
6427-6442 Lutexi III
6427-6429 Landvoogd Gaetan Themisto Candath
6442-6456 Peppun I
6442-6454 Landvoogd Luctor Caliphas Pausani
6456-6489 Romunon IV
6456-6457 Landvoogd Luctor Caliphas Pausani
6457-6458 Landvoogd Brenar Dulmen Kumpeli
6489-6512 Anxendre VIII
6512-6552 Lutexi Anxendre I
6552-6575 Sigemon II
6575-6599 Endrike VII
6599-6634 Gaetan II
6634-6681 Lutexi IV
6681-6694 Sigemon III
6694-6725 Phaeton I
6725-6771 Lutexi V
6771-6810 Phaeton II
6810-6821 Anxendre IX
6821-6864 Lupan III
6864-6882 Peppun II
6882-6906 Cistenantun
6906-6941 Gaetan III
6941-6960 Lupan Pherandon
6960-6979 Giargxi
6979-6992 Lupan IV
6992-7008 Endrike Anxendre
7008-7019 Sigemon IV
7019-7040 Giargxi Pherandon I
7040-7075 Lutexi Anxendre II
7075-7091 Endrike VIII
7091-7098 Mekile
7091-7094 Landvoogd Ariun Vande Boshi
7094-7096 Landvoogd Merton Kesas Lerun
7096-7098 Landvoogd Wimun Shiper
7098-7107 Giargxi Pherandon II
7107-7118 Anxendre X
7107-7109 Landvoogd Jeraun Vande Beragon
7118-7122 Peppun III
7122-7128 Giargxi Anxendre III
7128-7129 Phranxi II
7129-7132 Landvoogd Julon Kuperi

5616-5681
5644-5711
5677-5735
5700-5745
5725-5755
5727-5790
5748-5821
5793-5840
5826-5877
5788-5860
5836-5901
5880-5903
5887-5910
5857-5925
5884-5943
5917-5977
5940-5994
5963-6002
5995-6038
5941-6004
5969-6030
6017-6046
6029-6075
5986-6061
6060-6077
6024-6087
6055-6104
6076-6161
6102-6167
6129-6169
6125-6182
6165-6215
6136-6190
6187-6252
6217-6263
6210-6281
6239-6286
6235-6287
6264-6307
6290-6326
6253-6320
6309-6332
6286-6341
6315-6334
6286-6341
6302-6352
6324-6361
6319-6382
6345-6399
6373-6402
6376-6418
6381-6427
6411-6442
6371-6435
6433-6456
6384-6457
6440-6489
6384-6457
6409-6463
6458-6512
6485-6552
6533-6575
6536-6599
6575-6634
6604-6681
6648-6694
6657-6725
6687-6771
6743-6810
6762-6821
6786-6864
6817-6882
6842-6906
6876-6941
6901-6960
6925-6979
6953-6992
6971-7008
6973-7019
6987-7040
7014-7075
7045-7091
7081-7098
7044-7102
7051-7096
7035-7102
7064-7107
7091-7118
7060-7113
7098-7122
7095-7128
7106-7129
7080-7132

Menu

Get Firefox!
Deze site kan het best bekeken worden in Mozilla Firefox

Valid HTML 4.01 Transitional

Valid CSS!