Het vorstendom Hargast deelt zichzelf in vijf delen. Het meest afgelegen,
maar ook meest dichtbevolkte deel, is de enclave Vespasia. Deze omvat de
benedenloop van de rivier de Caspanthili en acht bewoonbare eilanden in
de nabije zee. De enclave heeft het meest warme klimaat van Epis Azuli,
de brede vallei is bijzonder vruchtbaar en de autoriteiten hanteren vrij
liberale wetten om de handel met Marar en de nabije naties te stimuleren.
Omdat het zo ver van het moederland ligt gaat het veelal haar eigen gang
en fungeert het bijna als een onafhankelijke natie, maar met de voordelen
van een machtig moederland die het economisch zeer aantrekkelijk maakt
voor de regio om direct met Vespasia handel te drijven. Het is dan ook
een rijke en welvarende enclave.
Het tweede deel van Hargast omvat de Ksalische Archipel, een eilandengroep
van vijftien bewoonbare eilanden ten noordoosten van Hargast. Het ligt
tussen de vaarroutes naar het noorden en oosten en zodoende een favoriete
halte voor reizigers naar alle richtingen. De eilanden kennen geen adel.
De Dardanen hebben deze tijdens hun bewind uitgeroeid en verder dan een
Prins van Xalis waren de vorsten van Hargast niet gekomen toen de landvoogdij
besloot bij de deling van Hargast in 7568 om de archipel onder de hoede
van de landvoogd te stellen om openheid van de vaarroutes te garanderen,
omdat anders Hargast deze allen zou beheersen. De eilanden maken deel uit
van een vulkanenketen waar heel het vorstendom toe behoort. Een aantal
eilanden zijn afgesleten toppen met dichtgeslibde kusten. De eilanden zijn
dus deels rotsachtig, maar het merendeel is na duizenden jaren geërodeerd
en begroeid. De Ksaliërs leven voornamelijk van de visserij en de handel.
De levenstandaard is gemiddeld, maar niets bijzonders. De eilanden zijn
verder vrij dun bevolkt.
Het derde deel van Hargast omvat het schiereiland Corva Mylene. Historisch
en geografisch is zij ook een eiland geweest. De rotskusten maken haar
bijzonder ontoegankelijk. Er zijn wel talloze kleine baaien, maar zij zijn
niet geschikt als havens, zelfs amper geschikt om vissersdorpen te vestigen
omdat de stromingen, vooral in de Straat van Hargast, bijzonder gevaarlijk
kunnen zijn. Slechts op twee plaatsen zijn diepe inhammen waar grote schepen
aan kunnen leggen en op die twee plaatsen hebben zich dan ook de twee enige
steden gevormd: Nehallenun en Metapontun. Corva Mylene zelf maakt deel
uit van de vulkaanketen die langs de zuidelijke kust loopt. De vulkanen
zijn over de millennia verdwenen en afgesleten, maar het schiereiland is
zeer bergachtig en rotsachtig. Er zijn wel veel riviertjes, maar ze zijn
klein en kort, de dalen te smal of te steil om er landbouw te bedrijven.
Grote wouden bekleden de hooglanden. Hierdoor is de bewoning dun gezaaid.
De bevolking leeft van de schapen- en geitenteelt naast de visserij langs
de kust. Zo bedruipt zij zich al millennia goed. De macht van de adel beperkt
zich tot de twee steden en de meeste vissersdorpen. In de binnenlanden
leeft men vrij en zonder belastingen, maar hiervoor in de plaats worden
in de enige handelsplaatsen Nehallenun en Metapontun speciale accijnzen
geheven voor wol, geitenkaas en schapenvlees. Zelfs de invloed van de Kerk
is zwak. Ondanks haar beschermde ligging is Corva Mylene nooit een bolwerk
van criminaliteit geworden. Er zijn geen havens, er zijn geen handelsroutes,
en reizen door de hooglanden gaat immer traag en zwaar. De stugge autochtonen
kennen het land vele malen beter en aarzelen gewoonlijk niet om de edelen
van Nehallenun of Metapontun te roepen om nieuwe roversnesten snel met
hun milities uit te roeien.
Het vierde deel van Hargast omvat de nabije eilanden van het gelijknamige
eiland. Meer dan dertig eilanden zijn bewoonbaar. De meeste worden autonoom
bestuurd door een edelman die uiteindelijk wel trouw schuldig is aan de
vorst. Zolang zij hun belastingen af dragen en aan zijn verzoeken en regels
uitvoeren bemoeit de vorst zich niet direct met hen. Veel eilanden hebben
hierdoor hun eigen karakter ontwikkeld en zo een bijzondere diversiteit
gecreëerd.
Het vijfde deel omvat het hoofdeiland, welke een van de grootste eilanden
van Thalassa is. Zij wordt ook wel de sleutelwachter tot Epis Azuli genoemd.
Niets kan haar passeren zonder dat zij het ziet en een aanval op Epis Azuli
zal nooit slagen als Hargast ook niet wordt beheerst. Het eiland Hargast
is zeer bergachtig en begroeid met grote dichte wouden. Er valt veel neerslag,
behalve in het zuiden. In het zuidwesten is een vlakker deel, veroorzaakt
door de samenvoeging van de valleien van de rivieren de Skamandre en de
Aithale. Ook in het zuidoosten is er nog een breed rivierdal van de Callimelme.
Hier wordt landbouw bedreven en bevindt zich een hogere en meer gelijkmatigere
bevolkingsverdeling. Voor de rest woont de bevolking vooral langs de kust.
Het eiland is zeer rotsachtig, maar kent vele baaien en diepe inhammen
waar zich enige grote havensteden gevormd hebben. Het eiland is in verhouding
behoorlijk verstedelijkt. De hoofdstad Kargon aan de noordwestkust heeft
zich over de millennia gevormd tot een echte handelsmetropool.
Visserij, bosbouw, handel en scheepsbouw vormen de economische peilers
van Hargast. Er is veel welvaart en rijkdom, maar deze is vrij oneerlijk
verdeeld, wat ook komt doordat delen afgelegen of ontoegankelijk zijn.
Tot slot valt nog de Straat van Hargast op te merken. Dit is de honderden
kilometers lange zeestrook tussen Corva Mylene en het eiland Hargast. Op
sommige stukken liggen beide delen minder dan vijftig kilometer van elkaar.
De aanwezigheid van verscheidene eilanden in de straat maakt de beweegbaarheid
nog beperkter. De zeestromingen zijn hier bijzonder sterk en de verschillen
tussen eb en vloed kunnen zeer groot zijn. Dit stuk van de Straat van Hargast
staat bekend als het Nauw van Catalyziun. Er zijn slechts een paar veilige
vaarroutes. Wie deze niet volgt slaat bijna altijd te pletter tegen de
rotskusten. Aanvallen op Epis Azuli zijn in de geschiedenis zelden direct
via de Straat van Hargast gegaan.
POLITIEKE STRUCTUUR
Het vorstendom Hargast heeft een afwijkende structuur binnen Epis Azuli. Er zijn meer bondslanden met afwijkende structuren, zoals Azule, Noun en Ingde, maar deze zijn bij lange na niet zo complex.
De hoogste macht in Hargast is de vorst. Onder hem staan, in bepaalde mate autonoom, de prinsen van Xalis en Vespasia. De titel prins van Vespasia is in het verleden toegevallen aan de kroonprins of de prins van Hesperidon, de hoofdstad van Vespasia. De titel prins van Xalis was in 7523 door de vorst gecreëerd voor de heerser van de Ksalische Archipel. Bij de deling van Hargast in 7568 besloot de Landsraad de Ksalische Eilanden tot bondsterritorium te benomen, omdat anders Hargast volledige controle had over de toegang van de rest van Epis Azuli tot de open zee, en er een gouverneur-generaal benoemde. De prins van Xalis verloor hierdoor de macht over de archipel, maar hield wel de titulaire macht, iets wat in de historie van Epis Azuli niet ongewoon is.
Terwijl de prins van Hesperidon in de praktijk verantwoording heeft over Vespasia – indien de kroonprins de titel draagt is deze meestal toch afwezig – zo zijn de andere delen van Hargast onderverdeeld tussen de groot-hertogen van Corva Mylene, Kargon en Caracata. De posities doen zich vergelijken met die van de landgraven, maar aangezien Hargast uit afzonderlijke geografische eenheden bestaat zijn in tijden van nood de groot-hertogen in leiding. De groot-hertogen van Kargon en Caracata hebben respectievelijke West-Hargast en Oost-Hargast onder hun hoede.
Het eiland Hargast zelf bevat echter ook weer een eigen geografische indeling die te complex is voor de groot-hertogen om te controleren. Elk van hun domeinen zijn verdeeld in vier hertogdommen, in totaal dus acht. Onder West-Hargast vallen de hertogdommen Asihagen, Asinda, Cyngada en Kisassa; onder Oost-Hargast de hertogdommen Cuhawis, Idar Sirairt, Swesa Sygdas en Tur Stirn. In tegenstelling tot de landgraven worden deze groot-hertogen en hertogen niet benoemd, maar is de titel geheel adellijk en erfelijk.
Naast deze regionale hertogen zijn er ook nog gewone hertogen die heersen over steden en eilanden. De eilanden Cunuren, Cushdaevuguna, Haiaudeda, Sushsaxjha zijn allen hertogdommen. Daarnaast bestaan er drie speciale domeinen die bestuurt worden door temagxi: heersers die geen adellijke banden mogen hebben, maar wel hun titel vererven. De drie grootste eilanden van Hargast, Azigui, Khida en Shuidasi, behoren hiertoe. Tenslotte zijn er ook nog gewone hertogen die gebonden zijn aan de belangrijke steden Agaten, Catalyziun, Metapontun en Nesson.
Vespasia heeft een iets andere indeling. De prins van Hesperidon fungeert hier als groot-hertog. Hij heeft twee hertogen onder zich: een voor het vaste land en een voor de eilanden. Dit zijn respectievelijk de hertogen van Viadenios en Sihdraiha, waarbij de laatste ook echt over het gelijknamig eiland heerst.
Onder de hertogen zijn er nog een groot aantal graven. In verhouding tot de andere bondslanden zijn er weinig apaime. Door het grote aantal hogere edelen hebben die weinig noodzaak de kleine hoeveelheid land die zij hebben op te delen onder meerdere bestuurders. Alleen in Corva Mylene is dit juist andersom. De groot-hertog van Corva Mylene is traditioneel ook de graaf van Nehallenun en naast hem is de hertog van Metapontun de enige andere hoge edelman. Het gebrek aan bruikbare havens langs de gevaarlijke rotsachtige kust en het woeste, weinig vruchtbare bergland, heeft de ontwikkeling van steden en adel sterk beperkt.