Het vorstendom Katile is het grootste bondsland en kent een grote diversiteit.
Het is het dominante land van het landsdeel Kepheramondri en kan ruwweg
verdeeld worden in twee delen: het dichter bevolkte en klimatologisch aangename
westelijke deel en het dunner bevolkte en klimatologisch zeer droge oostelijke
deel.
Het oostelijke deel bevat het westelijke bekken van het Vedal Meer. Zij
bestaat voor het merendeel uit koude woestijnsteppe waar voornamelijk enige
nomadenstammen rond zwerven die extensieve veeteelt bedrijven. In het westen
en noorden wordt het bekken begrensd door een breed heuvelachtig gebied.
All bevolkingsconcentraties bevinden zich langs de drie grote levensaders:
het Vedal Meer en de brede vruchtbare stromingen van de rivieren de Xallanthazuli
en de Daire. Dankzij eeuwenlange irrigatie en hoogwaardige landbouwtechnieken
heeft de bevolking hier toch kunnen gedijen, want de zomers zijn warm en
lang genoeg om gewassen te kunnen produceren.
Oorspronkelijk was de delta van de rivier de Daire moerassig, doordat
de rivier in het noorden eerder ontdooide waardoor overstromingen plaats
vonden. Door irrigatienetwerken langs de oevers van de Daire te ontwikkelen
wordt veel van het overtollige water nu opgevangen en zijn grote delen
van de delta minder drassig geworden en geschikt voor landbouw. De vorsten
van Katile hebben de regio vanaf dat moment sterk gestimuleerd met steun
van de landvoogd en ontwikkelden het plaatsje Culva Zei als regionaal centrum
met veel financiƫle voordelen. Gelukszoekers kwamen uit alle delen van
het land. De landbouwproductie groeide nog sterker dan voorheen en de weinige
neerslag en de stevige kou in de winter werden niet meer als een last gezien.
Culva Zei groeide explosief en allerlei instellingen vestigden er zich,
waaronder een bisschop en een universiteit. De groei, vooral in de laatste
eeuw, oversteeg alle verwachtingen van de vorst. Hij moest zelfs constateren
dat zijn hoofdstad Gonisa, een belangrijke overslaghaven tussen Vedal Meer
en Xallanthazuli en eeuwen lang de grootste stad van Oost-Kepheramondri,
volledig overtroffen werd door Culva Zei, dat ook een overslaghaven werd,
meer dan daarvoor, voor de hele Daire vallei en de handel met de oostelijke
delen van Manique.
Dezelfde irrigatietechnieken, hoewel in mindere mate doordat er veel minder
overtollig smeltwater is vanuit de bergen, wordt langs de Xallanthazuli
toegepast.
Voorbij het stadje Lakedaimun speelt irrigatie een minder belangrijke
rol. Hier neemt de neerslag weer sterker toe en zijn de zomers langer en
warmer en de winter korter en minder koud. Alleen langs de rivier de Echante
wordt meer irrigatie toegepast, maar dat is ook om overtollig smeltwater
optimaal te gebruiken. Van overstromingen heeft men niet echt last.
West-Katile kan in drie delen worden verdeeld. Het noordelijke deel is
dunner bevolkt en beslaat een uitgestrekte vlakte waar een mengsel van
landbouw en veeteelt wordt bedreven. Het zuiden, ruwweg het gebied langs
de rivier de Uripe tussen de steden Kinquili en Enzymiun behoort tot de
oostelijke rand van het Hoogland van Xunundri. Hier liggen nog wouden en
is er relatief weinig economische activiteit. Ook is het gebied vrij dunbevolkt.
Het gebied tussen Kinquili, Lakedaimun en Sardon vormt het hart van Katile.
Het klimaat is hier behoorlijk en het land vruchtbaar, hoewel de zomers
niet zo lang duren dat men niet onzorgvuldig kan zijn met het bedrijven
van landbouw. Desondanks is de productie meestal hoog. Naast landbouwproducten
wordt er veel bier gebrouwen naast de aanwezigheid van vele andere ambachten.
Met minder dan 7 miljoen inwoners heeft Katile een lagere bevolkingsdichtheid
dan het Azulische gemiddelde en ligt zij enigszins achter op rivalen Nine,
Indri en Nike.
De tweede stad van Katile is Kinquili in het noordwesten. Zij was minder
dan een eeuw daarvoor altijd de grootste geweest en in de praktijk door
de vorsten gebruikt als vaste residentie, ook al was Gonisa de zetel van
het vorstelijk Huis.