Het aantal kardinalen heeft over de millennia erg gevarieerd. In het begin was er alleen Terazon dat van belang was. Er waren er maximaal vijf: vier voor de grote tempels en een voor de rest van het land. Doordat de Baus eerst een kardinaal moest benoemen kon het enige tijd duren voor een kardinaal na overlijden vervangen werd.
Na de val van het Tweede Rijk kwam hier drastisch verandering in. Alle kardinalen vonden de dood en in Terazon werd een Prins-Kardionaat gevestigd welke alleen heerste en een dominante positie bezat. Tot 5440 werd de positie vererft en waren er geen andere kardinalen. Toen de dynastie viel en de prins-kardinaal gekozen werd, zond prins-kardinaal Neyira Erigude Itiga (5443-5471) de asceet Abramas naar de Baus om de banden te herstellen. Zij overleed voor hij gereed was. De nieuwe prins-kardinaal Enkasdis I (5471-5480) dwong af dat de positie van prins-kardinaal intact moest blijven en de Baus leden van zijn familie moest kiezen. Er kwamen wel weer andere kardinalen. In de praktijk kozen de andere kardinalen van tevoren en werd de keuze bevestigd door de Baus. Het prins-kardionaat Terazon bleef zo dominant en binnen één familie tot 5650.
In 5650 bracht de komst van het Vierde Rijk een einde aan de prins-kardionaat Terazon. De andere kardinalen van Terazon vluchtten naar Zandezindun. Vanuit hun nieuwe locatie meer afgelegen locatie besloten de kardinalen tot een herinrichting van de Kerk. Naar de buitenwereld regeerde er één Kardinaal die echter om de paar jaar rouleerde van uit Kerkraad. Deze raad bestond uit vijf leden. De periode van inactiviteit werd na 130 jaar beëndigd toen de Kerk tot rust was gekomen na de beperkingen die waren opgelegd door de Keizer. Er werd een Kardinaal benoemd voor Pallenon om het groeiende Ba-dom in het naburige Xoromendri te coördineren. Om de overige leden van de Kerkraad te compenseren benoemden ze zichzelf nu voor het leven, waarbij de Kardinaal van Pallenon als vijfde in de rangorde werd. Al snel wensten de overige leden van de raad een permanente benoeming in een externe zetel, hoewel ze nog altijd voor de Keizer vreesden. In enkele voor hen goedgezinde steden werden nieuwe kardionaten gesticht. Deze lagen relatief dicht bij elkaar en functioneerden meer als kerkelijke hoven dan centra vanwaaruit de macht van de Kerk hersteld kon worden. Terazon bleef echter verboden gebied en dit is nooit hersteld.
De opstand van Mehamedun in 6167 en de daaropvolgende onderdrukking van zijn volgelingen en andere onderdelen van de Kerk zorgde ervoor dat de Kerk uit voorzorg alle kardionaten sloot. Alleen degene in Kalyndun kon dankzij een devote lokale heerser behouden blijven. De overige Kardinalen zetelden 50 jaar lang weer in Zandezindun. Geleidelijk ontspande de situatie weer en tegen 6318 waren er weer vijf aparte kardionaten. Twee belangrijke zetels, Raneken en Lipaza, werden toegevoegd.
De sterke expansie van het Vierde Rijk veranderde het karakter van de Kerk en zorgde voor enige zending naar de nieuwe domeinen, maar de Keizers hadden gemiddeld weinig op met de inmenging van de Kerk. Voor hen was het bewerkstelligen van acceptatie onder de veroverde volken belangrijker dan bekering.
De val van het Vierde Rijk zorgde voor een schok binnen de Kerk. Verscheidene kardionaten gingen verloren, maar daartegenover stond een opkomst van de macht en invloed van de Kerk nu de beperkingen door de Keizers verdwenen waren. Er werden een nieuwe kardionaten gesticht om er tenminste voor te zorgen dat de nog vrije Azulische landen sterk verbonden raakten met de Kerk. Tussen 7195 en 7351 waren er zelfs zeven kardionaten.
Een verzwakking van het Dardaanse Rijk zorgde voor een nieuwe beweging binnen de Kerk die streefde naar een nieuwe Rijk waarbinnen de Kerk een bindende factor zou zijn. De organisatie werd geherstructureerd en vijf stabiele kardionaten werden gevormd die de pijlers moesten worden van het Vijfde Rijk.
Sinds 7559 zijn er in Epis Azuli vijf vaste kardionaten. Zij worden gekozen door de Baus uit de zogeheten Grote Lijst en besturen de Kardionieke Kerk in Epis Azuli. Zij benoemen verder de Aartsbisschoppen en Bisschoppen. De Kardinalen van Inozale en Misa hebben beiden ook een zetel in de Landsraad. Het dagelijks bestuur van hun kerkelijk domein is respectievelijk in handen van de Aartsbisschop van Zandezindun en de Bisschop van Misa.
Kardionaat | Periode(s) | Achtergrond |
---|---|---|
Inozale | 5650- | Al duizenden jaren, sinds de verdrijving uit Terazon in 5650, is de Inozali hoofdstad Zandezindun het politieke en administratieve centrum van de Kerk en er wordt een deel van de priesters opgeleid. Hier worden de kloosterordes van de Kerk beheerd, hoewel de meeste kapittels zich in Raneken bevinden. De Mezunieten hebben hier hun machtsbasis, ook al bevindt hun kapittel zich in Inzilun. Het is de vaste lokatie waar de vijf kardinalen bijeen komen en de Eerste Kardinaal heeft er zijn zetel. De wereldlijke macht van de Kerk in Epis Azuli wordt vanuit Zandezindun beheerd en gecontroleerd. De kardinaal van Inozale heeft ook een zetel in de Landsraad. |
Misa | 7168- | Centrum van de Landvoogdij, boven Raneken, dankzij Teresia die hier kardinaal was. Er werd een grote bibliotheek gevestigd en een groot leercentrum voor politiek, religie en geschiedenis. Ook worden vanuit Misa de buitenlandse contacten onderhouden onder leiding van de Tweede Kardinaal, die ook een zetel heeft in de Landsraad. De Kerk vestigde in 7168 hier een nieuw kardionaat, nadat het de macht in de stad overgenomen had na de val van de vorst van Xallanthri. |
Raneken | 5973-6178 6235-6685 7175- |
Sinds 7215, na het uiteenvallen van het Concordant Azule, centrum van het geloof van de Kerk, omdat Megadelane hier kardinaal was. Raneken is het centrum van de kerkelijke leer gevestigd en er worden de meeste priesters opgeleid. Ook het Kerkelijk Archief is hier gevestigd. Raneken is al sinds 5973 onafgebroken een kardionaat. Naar verluidt gaf de keizer er voorkeur aan om de machtscentra van de Kerk in meer afgelegen lokaties te plaatsen. Raneken was voor die tijd de oude zetel van het Huis Plentagonunte Capeti, maar na de dood van Karlon I, verbleef niemand van het Huis meer hier. Wel was de Groot-Hertog van Raneken nog enige tijd van het Huis, maar had deze tak het slechts tot 5971 volgehouden. |
Xunanendun | 7476- | Pas in 7476 werd in deze stad voor het eerst een kardinaal in Xunanendun benoemd. Na de vorming van de Landvoogdij werd besloten hier het beheer van de kerkelijke landerijen, handel en financiën te vestigen. De Kerk bezit veel, produceert veel en dit is verspreid over talloze bondslanden. In Xunanendun wordt dit alles zorgvuldig bijgehouden en gecontroleerd. |
Eliasar | 7559- | De kardinaalszetel in Eliasar geldt niet als de meest populaire. Het is ver van alles en de leefomstandigheden zijn vrij bar. Toch besloot de Kerk hier in 7559 hier haar vijfde kardionaat te vestigen. De lokatie was een beproeving voor het geloof. Eliasar werd het centrum voor bekeringen en de opleiding en uitzending van missionarissen. De kardinaal kreeg ook de leiding over de Sessulische Garde, die net als het leger van de Landvoogdij, hier in extreme omstandigheden getraind wordt. |