Epis Azuli

Encyclopedia - De Orde van Gilbrexis

1. Ontstaan

De Orde van Gilbrexis wordt veelal beschouwd als een afsplitsing van de Orde van Pheranxesci die men te breed van opzet vond. In feite was het maar een kleine groep kloosters binnen deze orde die de leefregels te vrijzinnig vond.

De voorloopster van deze groep was de kloostermeesteres Condice Camalitun Gilbrexis (7368-7425). Zij beheerde een klooster in West-Kepheramondri. Gilbrexis zag zich geïnspireerd door de Ordes van Damonike en Benadetike maar wilde een aantal elementen van de Pheranxescieten behouden. Als eerste voerde zij strakke leefregels in waar alle kloosterlingen verplicht waren aan mee te doen. Zij vergrootte de macht van de kloostermeester ten koste van de grootmeester. Zij wilde een plattere organisatiestructuur. De kloosterlingen moesten zich afzijdig houden van politieke activiteiten.

Gilbrexis ging in feite haar eigen gang en rebelleerde tegen haar grootmeester, wiens autoriteit zij niet meer accepteerde. Deze figuur probeerde in haar ogen iedereen te vriend te houden en vond alles best zolang deze maar haar status bezat, want hiermee had zij toegang tot hogere posities binnen de Kerk en verkeerde zij in hoog gezelschap. Volgens Gilbrexis was daar een kloosterorde niet voor bedoeld. Het klooster van Gilbrexis hervormde zichzelf en kwam er zo mee weg. Na de dood van Gilbrexis ging het klooster verder volgens de weg van Gilbrexis waardoor andere gelijkgezinde kloosters zich bij deze veranderingen aan sloten.

Uiteraard leidde dit op een bepaald moment tot een conflict met de grootmeester. De groep kloosters wendde zich daarop tot de Kardinalen met het verzoek zich af te scheiden als een nieuwe kloosterorde. De Kardinalen onderkenden de trend en in 7507 werd de nieuwe Orde van Gilbrexis gesticht.

2. Leefregels

Men legt een gelofte van eenvoud en armoede af en alle eigendommen moeten worden afgestaan. De leefregels lijken verder veel op die van de Orde van Pheranxesci. Zo is de Orde erop gericht armoede te bestrijden, neemt wezen en ongewenste kinderen op en is gastvrij tegenover reizigers. Zij zoekt zelf echter niet actief naar wezen en ongewenste kinderen omdat dit geen taak is. Wat komt wordt ontvangen en meer niet. Mannen en vrouwen wonen in één klooster, maar wel gescheiden, waarbij er kinderzalen zijn voor eventueel nageslacht en wezen die gezamenlijk worden opgevoegd.

De verschillen zit hem in een strikt en uitgebreid dagelijks programma dat sterker gericht is op devotie. Gasten zijn verplicht hier aan deel te nemen, waardoor de kloosters minder populair zijn bij reizigers. Er is hierdoor minder ruimte voor vrije activiteiten. De orde wil dat iedereen een gelijke bijdrage levert aan het levensonderhoud. Natuurlijk zijn er specialismen, maar deze zijn beperkt. De orde heeft ook een soberder karakter dan de Orde van Pheranxesci. Zij houden zich ver van de kerkelijke politiek.

3. Organisatie

De orde heeft haar kapittel in Raneken, maar dit is niet de plaats waar de grootmeester zetelt. Het kapittel is vrij klein en houdt zich bezig met de algemene administratie van de orde. De orde heeft ook een klein klooster in Zandezindun en deze voorziet in een geschikt verblijf wanneer de grootmeester opgeroepen wordt om in Zandezindun te verschijnen. Elk klooster is in de praktijk zelfstandig, maar wordt wel gecontroleerd door de Kerk. Het kapittel draagt er zorg voor dat redelijk actuele informatie beschikbaar is.

De kloosters van de orde bevinden zich veelal op het platteland en soms ook in afgelegen gebieden. Het klooster in Zandezindun is er alleen omdat de Kerk alle ordes hier vertegenwoordigt wil zien.

De kloostermeester is de belangrijkste persoon in het klooster. Als enige heeft deze de taak de beslommeringen binnen het klooster te regelen. De kloostermeester wordt ondersteunt door een seluze en een secretariaat. De kloostermeesters onderhouden verder het contact met de andere kloostermeesters. Dit is een groot verschil met de Orde van Pheranxesci, waarbinnen de grootmeester zetelt in het kapittel, daar daar de kloosters beheert en de relaties met de buitenwereld onderhoudt.

De zogeheten grootmeester een gewone kloosterling. Voor de verkiezing van een nieuwe grootmeester komen de kloostermeesters samen in het kapittel. Meestal kiezen ze een van henzelf. De kloostermeester treedt daarmee automatisch af. Zodra hij terug keert in zijn klooster kiezen de kloosterlingen zijn vervanger.

Door het karakter van de organisatie en het gebrek aan politieke interesse van de orde zijn er nog nooit bisschoppen of kardinalen voortgekomen uit de Orde van Gilbrexis.

4. Het klooster

De kloosters hebben een traditionele indeling. De orde ontplooit geen bijzondere activiteiten waardoor het geen aparte gebouwen heeft. De kloosters die zich in de meer noordelijke regio’s bevinden hebben vaak ook een bierbrouwerij.

5. Bestaan

De kloosters zijn deels zelfvoorzienend. Sommige kloosters beschikken over landerijen die zij verpachten. Eventuele winsten worden gebruikt om armere kloosters te ondersteunen, maar gewoonlijk wordt dit gebruikt om de armen in de regio te helpen. Aan de pachters worden geen beperkingen opgelegd ten aanzien van hun eigen overschotten.

6. Omvang

Alhoewel de kloosters niet gesloten zijn is zij minder popular vanwege de strikte leefregels en het erg sobere karakter. Andere ordes vinden simpelweg meer voorkeur. De orde behoort daardoor tot de kleinere kloosterordes.

Menu

Get Firefox!
Deze site kan het best bekeken worden in Mozilla Firefox

Valid HTML 4.01 Transitional

Valid CSS!