1. Ontstaan
De afkomst van Sidharte (6630-7712) is onduidelijk. Zij werd voor het eerst genoemd in 6659 toen zij rond begon te reizen en te spreken over de nederigheid en dienstbaarheid aan Ba. Geleidelijk aan verkreeg zij volgelingen en stichtte zij gemeenschappen waar men in eenvoud en vrede leefden. De Kerk stond eerst meewarig tegenover de nieuwe stromingen, maar zag er geen belemmeringen in, eerder een verrijking. Geleidelijk gingen ook bisschoppen en kardinalen naar haar boodschap luisteren. Een aantal van hen namen haar woorden in zich op en begonnen ernaar te streven de Kerk soberder te maken en zich niet meer met de wereldlijke macht bezig te houden, hetzij via de heersers, zoals de Mezunieten, hetzij via het volk, zoals de Jezonieten. Keizer Lutexi IV nodigde haar uit in 6673 en zij spendeerde enkele maanden aan het hof. Hij raakte zo onder de indruk dat hij haar de plaats Kundun schonk als vrijhaven voor haarzelf en naaste volgelingen. In Kundun werden enkele gebouwen gebouwd en toen het voltooid was besloot Sidharte zich er te vestigen. Zij woonde er tot haar dood. Kundun werd door vele tienduizenden bezocht om de grote meesteres te zien en horen spreken.
Na haar dood bleef haar stroming groeien en al in 6715 besloot de Kerk de beweging te organiseren in de vorm van een kloosterorde. In karakter bleef zij wel vrijzinnig, maar zo kon wel gegarandeerd worden dat elk klooster zich hield aan de leefregels die Sidharte had opgesteld. Sidharte zelf werd al snel verheven tot Profete.
De Orde van Sidharte is ruim het grootste qua aantal kloosters en kloosterlingen en wordt vooral bevolkt door de onderklasse van de samenleving. De kloosterlingen focussen op meditatie en zelfreflectie om hun eigen geloof in Ba te vergroten en verdiepen. Handenarbeid speelt daarin een zuiverende rol, maar is niet verplicht. Hun kloosters bevinden zich gewoonlijk op afstand van dorpen en steden tenzij de nederzetting ontstaan is door de aanwezigheid van het klooster.
2. Leefregels
De Sidharti doen een gelofte van eenvoud, armoed en nederigheid bij toetreding en doen afstand van alle wereldse zaken. Er is een apart klooster voor mannen en vrouwen maar deze kunnen wel nabij elkaar liggen. Eventueel nageslacht is toegestaan. Bij voorkeur leeft men volgens het celibaat maar dit is geen officiële regel. De orde accepteert wel aangeboden weeskinderen of ongewenste kinderen maar is niet actief op zoek zoals sommige andere ordes dat doen.
De Sidharti kennen alleen een ochtend- en avondmis waaraan iedereen deel neemt. Verder richt iedere kloosterling zijn dag in zoals deze dat wenst. Dit kan besteed worden aan bidden, gezangen, studie, handenarbeid of meditatie. Net als de Agostini filosoferen de Sidharti veel over het geloof.
De Orde van Sidharte hanteert een interne rangorde: novice, acoliet en meester. Er is geen vaste periode. Het meesterschap kan op jonge leeftijd al worden bereikt. In een klooster moet de meerderheid van de meesters hiertoe besluiten. Het meesterschap duidt aan dat de kloosterling een bepaalde rijpheid heeft bereikt waarin deze in staat is om de leer door te geven aan anderen.
3. Organisatie
De orde heeft haar kapittel en grootste klooster gevestigd in Kundun in het noordwesten van Xunundri. Dit was ook de standplaats van Sidharte. Bijna alle kloosters bevinden zich in landelijke gebieden om in voldoende rust en afzondering van de kloosterlingen te voorzien. Alleen in Zandezindun heeft de orde een klooster in de stad, maar dit geldt voor alle ordes.
De grootmeester wordt gekozen door de kloostermeesters en elk klooster kiest haar kloostermeester uit haar eigen leden. De kloostermeester draagt zorg voor alle administratieve taken in het klooster en wordt daarin gewoonlijk ondersteund door acolieten.
De religieuze activiteiten in een klooster zijn vrij voor iedere kloosterling. Meditatie en persoonlijke belijdenis zijn belangrijker dan de gezamenlijke missen die vooral bedoeld zijn om de saamhorigheid binnen het klooster te waarborgen. Er zijn dan ook geen priesters in de kloosters aanwezig en ook geen kerkgebouw. De kloostermeester verzorgt meestal de mis of een van de meesters.
4. Het klooster
Door de scheiding tussen mannen en vrouwen en de afwezigheid van een kerk zijn de kloosters niet opgebouwd volgens een vast patroon. Omdat er wel kinderen zijn worden deze gewoonlijk bij een van beiden of een gebouw tussen beiden gevestigd. De kloosters liggen gewoonlijk niet ver van elkaar zodat dat geen probleem is.
Naast slaapzalen beschikken de kloosters ook over slaapkamers en cellen, maar deze zijn exlusiever van aard omdat afzondering geen doel is. Een kloosterling kan voor een periode bij de kloostermeester om een kamer of cel vragen.
Net als de Orde van Agostinun doet de Orde van Sidharte beperkt aan geneeskunst. Sommige kloosters beschikken over een kuuroord en/of een ziekenzaal. Omdat de orde wel een open karakter heeft wordt hier regelmatig gebruik van gemaakt.
De kloosters beschikken gewoonlijk ook een of meerdere schoolgebouwen met leslokalen waar gasten door de meesters worden onderwezen in meditatie of filosofie.
5. Bestaan
De kloosterlingen besteden gewoonlijk geen tijd aan het voorzien in het eigen onderhoud. Leerlingen van meesters geven meestal giften, maar voor de rest wordt het klooster onderhouden door giften van gasten en de verpachting van land. De orde bezit veel landerijen die meer dan adequaat zijn om haar vele kloosters te voorzien.
Sommige kloosterlingen houden zich bezig met handenarbeid waarbij zij gewoonlijk objecten creëren die verkocht worden door het klooster. De handenarbeid wordt gezien als onderdeel van het geloofsproces en het resultaat is dan ook niet van belang.
6. Omvang
De Orde van Sidharte is de meest omvangrijke kloosterorde van de Kardionieke Kerk en wordt door veel mensen gezien als wijs, creatief en met veel traditie. Wel moet hierbij gezegd worden dat de orde de meeste tijdelijke leden kent; in de zin dat het verblijf in de orde gemiddeld veel korter is dan in de andere kloosterordes. Er is wel een omvangrijke stabiele kern maar daaromheen verandert de samenstelling van de kloosterordes voortdurend.
