Na de verovering van het zuidoosten van Kilvendri van Hidohebadri werd de lokale bevolking geabsorbeerd door Azulische kolonisten die door Epis Azuli via Hidohebadri, voor een deel lokalen die gewend waren aan het harde klimaat, naar de regio gezonden waaruit later Bandrime zou ontstaan. De vestiging van enkele forten en de door de Epis Azuli gesteunde kolonisten deed nabij wonende Mitalezen zich in de regio vestigen. Vanuit deze samensmelting ontstonden de Westelijke Hidai. Zij wilden zich geen Kilventi noemen; zij waren Azuli en maakten geen deel uit van de onbelangrijk volken van Kilvendri. Zij aardden zodoende naar de bewoners van Hidohebadri qua cultuur en noemden zich ook Hidai. Toch waren zij anders en over de tijd raakten zij bekend als Westelijke Hidai. Deze scheiding zorgde er ook voor dat zij zich af scheidden de Oostelijke Hidai en hun eigen hertogdom Bandrime vormden.
Tegenwoordig zijn de Westelijke Hidai door sterke immigratie vanwege de aanwezigheid van goud en ijzer bijna een minderheid. Desondanks passen de nieuwkomers zich vaak aan de tradities en gewoontes van de geharde lokalen. Zij worden spottend Nieuwe Hidai genoemd, maar toch onder de Westelijke Hidai geschaard.