Epis Azuli

Encyclopedia - De Ketters

Binnen de Kardionieke Kerk waren er naast de profeten ook vele ketters. Deze onderscheidden zich van de profeten doordat zij niet in staat waren de Kerk te veranderen naar hun ideeën of dat deze te afwijkend waren en teveel botsten. Zij worden in ieder geval niet door de huidige Kerk geëerd. Dat Mehamedun onder de profeten wordt geschaard is controversieel. Volgens de Kerk was zijn geloofsbelijdenis en zijn eerbied ten aanzien van de Kerk zuiver. Hij streed alleen tegen het wereldlijke gezag en nooit tegen de Kerk zelf.

KetterBeschrijving
Ariun
(5437-5501)
Ariun verzette zich tegen de verzoening met de Baus die door Abramas was bewerkstelligt. Daarnaast had hij enige afwijkende ideeën over de rituelen binnen de Kerk die hij een meer traditioneler Azulisch karakter wilde geven. Zijn denkbeelden vonden veel volgelingen al bleven de Ariuni een kleine minderheid. Na het tweede schisma in 5964 sloten veel Ariuni zich aan bij de Vishi en de overigen verdeelden zich onder de nieuwe ketterse bewegingen. Alhoewel de Kerk Ariun officieel als een ketter beschouwt en Visha niet, vinden velen dat Visha veel extremer was in haar veranderingen dan Ariun en dat zijn denkbeelden op zijn minst getolereerd mogen worden.
 
Karlon Tazen Ruzeli
(5985-6030)
Tazen Ruzeli verzette zich tegen het schisma van Visha en riep op tot een zuivering van de Kerk. Deze was verdorven en de Kardinalen moesten uitgestoten worden. Zij waren een schepping van de Keizers, niet die van Kardion. Men moest terug naar de kern van het geloof. Alleen deze zouden de uitverkorenen zijn. De Baus moest bekeerd worden tot de leer van Kardion. Zij was zelf niet meer dan een creatie die van het pad van Kardion was afgeweken. De Kerk deed Tazen Ruzeli al snel in de ban en verklaarde hem een ketter. Het nieuwe schisma verdeelde het volk echter en dit leidde tot onrust. Tazen Ruzeli werd gevangen genomen en terecht gesteld, maar dit leidde alleen tot escalatie. De Ruzelieten vielen kerken en tempels aan die niet voor hen wilden buigen. Hun gewelddadige acties zorgde ervoor dat de Ruzelieten geen grote aantallen volgelingen verwierven. Desondanks hielden zij lang stand. Pas na verscheidene pogroms door de Keizers verdwenen zij van het toneel.
 
Merton Lutar
(5997-6044)
Lutar predikte een kerk zonder leiding. De priesters van elke gemeenschap belijden de leer via het Boek van Ba en niet de grillen van de Kerkleiders. Hij verwierf al snel populariteit, maar de Kerk verketterde hem al snel. Toen men de beweging niet onder controle kon krijgen werd Lutar gevangen genomen en terecht gesteld. Zijn volgelingen gaven echter niet op en noemden zich Lutaren. De beweging groeide hierna gestaag in omvang en werd pas gedurende de Tweede Burgeroorlog daadwerkelijk gebroken. Toen er verzoening tussen de verschillende stromingen werd gebracht waren het de Lutaren die geslachtofferd werden, ondanks dat de Pallonieten ernaar streefden de Lutaren te behouden. Het gedachtegoed van Lutar heeft de eeuwen overleefd, maar door haar aard weet zij tegen de Kerk geen stand te houden.
 
Jusuve Sumis Morimon
(6004-6071)
Een van de meest radicale ketters was Morimon. Hij reïnterpreteerde het Boek van Ba en beweerde dat allerlei zaken niet klopten. In de kern draaide het erom dat mannen geen ondergeschikte positie hadden en meerdere vrouwen mochten hebben om hem bij te staan en te begleiden. Hoe machtiger de man hoe meer vrouwen hij nodig had. Omdat Morimon zich uit het zicht van de Kerk zijn eigen groep opzette bleef hij lang ongemerkt. Eenmaal ontdekt werd Morimon verketterd en vluchtte hij en zijn volgelingen zich in alle richtingen waarna zij elk in het verborgene nieuwe gemeenschappen stichtten. Morimon zelf vluchtte naar het buitenland. Zij noemden zich Morimonieten. Pas na 7500 werden de laatste gemeenschappen ontmanteld door de Kerk.
 
Ionica Ammannon
(6068-6124)
Zij was niet zozeer een ketter, maar zij wilde invloed van mannen uitbannen in de Kerk en waarbij de Baus volledig uitgestoten werd. Zij zocht naar een zuiver geloof dat veel verder ging dan de leer van Visha. Zij predikte geweldloosheid en dat alle gelovigen meer moesten bidden elke dag. De Ammannieten gingen veel verder dan de Sidharti, die praktischer en filosofischer van aard was en niet tegen de leer in ging. De Sidharti zochten naar verzoening, de Ammannieten naar zuivering. De Ammannieten vormden echter geen kloostergemeenschappen maar leefden in de steden en zonder missionarissen uit om hun leer te verbreiden. De Kerk vond het karakter van de gemeenschappen te gesloten en zij keerden zich ook af van de Kerk zelf. Om deze reden werden de Ammannieten uit de Kerk gestoten. De Kerk kon de sekte door haar karakter niet bestrijden, maar door hen van de officiële kerkgemeenschap uit te sluiten verwerden de Ammannieten toch tot paria's en vertrokken zij in de loop der tijd uit de steden. Tijdens het Derde Interregnum verdwenen de geïsoleerde gemeenschappen.
 
Jera Varrun Iones
(6194-6243)
De pogroms tegen de verschillende religieuze sektes en stromingen leidde tot de stichting van een nieuwe sekte. Varrun Iones verklaarde dat de Kerk gezuiverd moest worden van al deze stromingen en sektes. Wanneer deze taak volbracht was kon zij zichzelf opheffen en een zuivere Kerk vormen en deze volledig verzoenen met de Baus. De sekte has zodoende een militair karakter, maar bouwde ook een geheim spionage netwerk op. De Varrunieten waren een plaag voor staat en Kerk en profiteerden flink van de burgeroorlog die in deze tijd uit brak. Zij pleegden talloze aanslagen en andere misdaden. De laatste activiteiten die aan hen zijn toegewezen vonden aan het eind van de 65e eeuw plaats, maar hun naam werd toen ook misbruikt als zondebok.
 
Daciviza Daveth Koresi
(6328-6367)
Een van de meest obscure sektes werd gesticht door Daveth Koresi. Zij verworf invloed over de lokale gravin van een stad en overheerste haar zodanig dat zij in feite alle macht in handen had. Zij liet zichzelf in 6356 tot priesteres van de stad benoemen en verving haar onderschikten door haar eigen volgelingen. Hier begon zij de burgers subtiel te indoctrineren met een variant van haar eigen leer. Tenslotte was de Keizer gedwongen in te grijpen omdat er praktisch een religieuze staat gevormd werd die de heerschappij van het rijk ontkende. De stad werd belegerd en een bloedbad vond plaats toen de bevolking de rijkssoldaten aan viel. In de slachting vond Daveth Koresi en haar naaste volgelingen de dood. Alle geschriften werden op last van de Keizer vernietigd. Om deze reden is het onduidelijk wat deze inhield en hoe de indoctrinatie werd uitgevoerd.
 
Iczia Ariminun
(6410-6481)
Iczia Ariminun was eerder een revolutionair dan een profeet. Zij verzette zich tegen de rijken en machtigen en verbond zich met de armen en onderdrukten, die zich van het juk moesten bevrijden onder leiding van de Kerk. De Kerk moest de balans en rechtvaardigheid van de samenleving beschermen en bewaken. Met deze stellingen verwierf zij al snel grote populariteit maar haat bij de wereldse en kerkelijke leiders, door wie zij uiteindelijk verketterd werd. Zij was echter vooral actief in het oorlogsgebied in Kascamandri en Hamathri waardoor men weinig grip op haar kon krijgen en zij veel steun verwierf. Uiteindelijk ging zij, om haar eigen leven en dat van haar volgelingen te beschermen, in ballingschap in het buitenland. Vanhieruit coördineerde ze haar gemeenschappen. Deze noemden zich Ariminieten en hielden stand tot na 7500, toen de Kerk weer samenwerkte met de staat en haar dominantie herstelde. Er is tegenwoordig behoorlijke verdeeldheid over de status van Arimunun als ketter. De Kerk stelt dat Ariminun nooit het hele volk kan dienen. Er zullen altijd armen en rijken zijn. Om deze reden faalt haar leer.
 
Jaun Huzen
(6704-6758)
Tijdens de dominantie van Epis Azuli over Thalassa dwong de Keizer af dat de Kerk de religies buiten het hartland respecteerde. Zij mochten de Azuli en gelovigen daarbuiten bedienen, maar de dominantie niet misbruiken voor massale bekeringen. De Keizer wilde dan ook niet dat de Kerk fors in macht kon groeien. Huzen trok zich hier niets van aan en bouwde een organisatie op om de vele ongelovigen in het land het juiste pad op te leiden, zonodig onder dwang. Zijn activiteiten leidden al snel tot onrust en instabiliteit in 1verschillende rijkslanden. De Keizer sprak een verbod uit, maar Huzen negeerde dat. Toen de Kerk besloot de Keizer te steunen riep Huzen op tot een revolutie binnen de Kerk. Hij keerde terug naar de Azulische landen en ontplooide subversieve activiteiten die de Kerk deed huiveren omdat zij twijfelde over haar keuze. Uiteindelijk werd hij door de Keizer gevangen genomen en terecht gesteld. Zijn volgelingen, bijgenaamd de Huzeni, bleven echter nog jaren actief in verschillende delen van het rijk en zorgden daar voor voortdurende onrust. Na 6900, toen het Vierde Rijk trilde onder instabiliteit en de opmars van Dardania, verdwenen zij al snel van het toneel omdat zij verbonden werden met de Azulische overheerser.
 
Unore Huldrize Ziwingili
(6789-6834)
Ziwingili behoort tot de meest merkwaardige van de ketters. Zij was afkerig van de vrij sobere en strikte leer van de Kerk en vond dat deze vrouwelijker moest en terug moest keren naar haar kern. De religieuze activiteiten moesten terug naar de nature, met seksuele uitspattingen en urenlange orgies in combinatie met religieuze volvoering. De priesteressen moesten door het land reizen om zo alle gelovigen te laten delen met het hemelse. Haar sekte verwierf verrassend veel volgelingen en ook grote afkeer. Toen haar activiteiten de Kerk te gortig werd, werd zij verketterd. Dit bleek weinig effect te hebben en Ziwingili werd gevangen genomen met haar volgelingen en terecht gesteld.
 
Lupicina Feteron Hubardon
(6881-6934)
Feteron Hubardon creërde een geheim genootschap dat in de volksmond de Dovers heette. Naar verluidt zag deze sekte het als taak te voorkomen dat Pur voortijdig de wereld in vlammen op doen zou doen gaan. Toetreding gebeurde op uitnodiging en de sekte zocht dan ook vooral invloedrijke of vermogende leden. In de ogen van de Kerk misbruikte Feteron Hubardon de leer voor haar eigen doeleinden en werd zij verketterd. Haar sekte verloor richting na haar dood en ging ten onder aan schandalen. Na 6970 werd er niets meer van vernomen.
 
Jaun Calivun
(6912-6949)
Calivun ageerde fel tegen de decadentie van de samenleving. Hij predikte volledige onthouding van drank, seks en weelde. Op zich was dit geen probleem voor de Kerk, maar Calivun werd steeds extremer in zijn denkbeelden en hij verwierf steeds meer volgelingen. Tenslotte viel hij de vrouwen in de Kerk af. Volgens Calivun was Ba de enige pure vrouw. Zij kon alleen priesters hebben omdat alleen mannen haar op de juiste wijze konden aanbidden. Dit was hoe de natuur in elkaar stak. Het waren de mannen die de leiding behoorden te hebben in de Kerk. Vrouwelijke dienaren mochten alleen de mannen dienen en niet elkaar. Dit riekte bij de Kerk teveel naar de leer van Morimon. Calivun werd verketterd, gevangen genomen en terecht gesteld. Zijn leer hield niet lang stand, wat deels veroorzaakt werd door de instabiliteit in het land waarbij men zocht naar vertrouwde steunpilaren en Calivuns leer vond weinig steun onder vrouwen.
 
Akaxi Naster
(7156-7221)
In Oost-Kepheramondri was het verval groot na de instorting van het Vierde Rijk doordat de veroveringen van de Dardanen verschillende bevolkingsgroepen op de vlucht deed slaan. De semi-autonome prinsdommen verloren de controle op hun dunbevolkte domein en de Ingdyl grepen hun kans om hun territorium uit te breiden. Ook de Kerk verloor haar grip op de hele regio en in dat vacuüm stonden onafhankelijke religieuze leiders op. Akaxi Naster was een Ba-priester met zijn eigen denkbeelden. Hij was waarschijnlijk opgeleid door priesters die het contact met de Kardionieke Kerk waren kwijtgeraakt en hun best deden de religieuze saamhorigheid te beschermen. Naster ontwikkelde zich als een devoot man die veelvuldig rond reisde om het geloof te herstellen. Aangemomen wordt dat hij zich pragmatisch opstelde en het geloof belangrijker was dan de details. Hij was vooral actief in het noorden van Vedaime en Noun en had dermate veel succes dat er een aparte organisatie van Nasteri priesters ontstond. Nadat het vorstendom Katile expandeerde naar het oosten werkte de Kerk hard aan het bestrijden van de Nasteri maar zij vonden bescherming in Noun en andere gebieden waar de macht van de Kerk zwak was. Ook nadat het Vijfde Rijk was gevormd kon de Kerk haar wil niet volledig opleggen aan de oostelijke regio's en konden de Nasteri stand houden. Pas in de 77e eeuw werden de laatste restanten van de Nasteri door de Kerk vernietigd.
 
Menon Seminun
(7195-7265)
Seminun leidde in feite een verzetsbeweging tegen de verzoening met de Baus in 7213. In de verdeelde Azulische landen kon de Kerk hem moeilijk bestrijden. Hij besloot de leer te corrigeren nu de Mezunieten en Jezonieten de zuiverheid van de Vishi hadden bedoezeld door het zwakke karakter van de Sidharti. Het verkondigde het Zuivere Pad, in tegenstelling tot het Oneindige Pad van Visha. De Kerk, die eindelijk bezig was om haar invloed te herstellen en weer een eenheid vormde, had geen behoefte aan nieuwlichterij en verketterde Seminun. Het bestrijden ging echter moeilijk. De verzoening met de Baus vond niet overal steunen de Seminieten hielden stand dankzij de steun van verschillende edelen. Voor de Kerk stond het Derde Interregnum vooral in het teken van het bestrijden van de Seminieten en zij gebruikte deze om de interne eenheid te versterken omdat zij een serieuze bedreiging vormde. Door de vorming van het Vierde Rijk onder leiding van de Kerk kon zij de Seminieten definitief breken, maar net als de Mehamedieten is hun gedachtegoed niet verdwenen.
 
Raphale Priziliun
(7194-7264)
Alhoewel Kilvendri migraties van vluchtelingen bespaard bleef was het zuiden nooit solide in het beheer van Kerk geweest. De bevolking bleef vast houden aan heidense tradities in combinatie met het Ba-dom. Het was een geïsoleerd gebied en de aandacht van de Kerk verdween vrijwel waardoor er nauwelijks meer toezicht was. Er werd een aartsbisdom in Kathlun gevestigd maar deze was zeer geïsoleerd en weinig effectief. De priesters waren vooral op zichzelf aangewezen. Raphale Priziliun was een van die priesteressen. Zij streed hard tegen de opkomst van heidense elementen in de kerkelijke rituelen en vervormde daarbij de leer op een wijze die de tolerantie sterk verminderde. Zij verwierf hierdoor een grote groep volgelingen verspreid over Nennorathri en delen van Condathri. Deze volgelingen noemden zich Prizili of Raphalieten. Zij kwam in conflict met de Aartsbisschop van Kathlun die zij incapabel en ongeschikt vond. De Kerk kon niet besluiten of zij een ketter was of overdreven devoot. Pas na de vorming van het Vierde Rijk en de crisis van 7570 ontwikkelde de Kerk een krachtige aanwezigheid in het zuiden van Kilvendri. De Prizili vormden een probleem om het gebied te conformeren aan de soepelere standaarden van de Kerk. In het begin van de 77e eeuw werd Raphale Priziliun tot een ketter verklaard om een einde te maken aan de discussie. Sindsdien heeft de Kerk haar suprematie weten te herstellen maar de Prizili zijn nooit geheel verdwenen en er zijn nog steeds bewegingen die zoeken naar eerherstel.
 
Audexi Bogome
(7239-7287)
In de chaos van het Derde Interregnum in Oost-Kepheramondri ontwikkelden zich er allerlei religieuze gemeenschappen. Sommigen werden door de Kerk verheven als kloosterordes. De gemeenschap die werd gesticht door Audexi Bogome hoorde daar niet bij. Bogome leefde in de bergen van het zuiden van Vedaime onder rigide regels met een groep devote volgelingen die zich Bogomieten vormden. Zij keken met minachting neer op gewone gelovigen die zoveel zwakte toonden. De Bogomieten sloten zich echter niet af maar reisden rond om gewone mensen en edelen te corrigeren. Zij vonden hierbij soms weerklank en sommigen werden raadsman van edelen. De autoriteit en invloed van de Bogomieten groeide en dit vervormde hun gemeenschap doordat zij vervielen tot machtswellust. Sommige mensen en edelen bestreden hen maar anderen vereerden hen waardoor zij een reden waren van conflict. Uiteindelijke taande hun invloed naarmate de stabiliteit in Vedaime herstelde en machtigere edelen domineerden die verbonden waren aan de Kerk zelf, die de Bogomieten tot ketters verklaarde. Desondanks hielden zij stand, vooral in het zuidoosten van Vedaime. Zij verdwenen tenslotte aan het einde van de 76e eeuw.
 
Netan Sabelis
(7269-7320)
Er is weinig bekend over de volgelingen van Netan Sabelis. Hij stichtte een van de vele stromingen in het zuiden van Kilvendri gedurende het Derde Interregnum. Hij bedacht allerlei toevoegingen aan het Ba-dom die hem veel populariteit brachten. Hij deed het voorkomen alsof de Kerk een soberdere variant in het zuiden van Kilvendri had gepromoot. Zijn volgelingen, de Sabeli, waren wijd verspreid en reikten ook tot in het noorden, waar de Kerk in de 75e eeuw Sabelis tot ketter bestempelde en zijn denkbeelden begon te bestrijden. Dit was echter lastig omdat het toevoegingen waren en de volgelingen moeilijk te herkennen waren. De Sabeli gingen al snel ondergronds en zijn voor het oog al eeuwen verdwenen.
 
Edomune Audes
(7275-7320)
Waar de ene ketter heidense denkbeelden bestreed en de ander geheel eigen varianten op het Ba-dom ontwikkelden ging Edomune Audes een andere kant op. In Vedaime omarmde zij juist velerlei heidense denkbeelden en weefde deze in rituelen van het Ba-dom. Het lijkt er vooral op dat zij een eigen Baïstische Kerk wilde stichten die paste in de Vedische cultuur van Oost-Kepheramondri. Zij werd terechtgesteld door meer orthodox gelovige edelen en werd daarna vereerd als martelaar en profeet door haar volgelingen. De Audesi verspreidden zich hierna over grote delen van Vedaime waar zij concurreerden met de Nasteri. Nadat de Kerk weer een sterkere aanwezigheid ontwikkelde in Vedaime verklaarden zij Audes al snel tot ketter en bestreden zij haar volgelingen. Dit bleek echter behoorlijk hardnekkig en pas laat in de 76e eeuw werd de stroming vrijwel vernietigd. Edomune Audes blijft echter een controversieel figuur onder de Vedai en zij wordt nog veel vereerd als heilige vrouw, al blijft men weg van haar denkbeelden.
 
Ilendre Munates Trivas
(7312-7385)
Over de stichter van de Munati is geen eenduidige achtergrond te vinden. Het staat vrij zeker vast dat haar familienaam Munates is maar het is onzeker of deze de toevoeging Trivas heeft. Sommige historici claimen dat zij deze pas later zelf heeft toegevoegd om haar naam meer allure te geven. Wat het ook mag zijn, wel staat vast dat Ilendre Munates Trivas een geheime ondergrondse beweging op zette in Kascamandri om het geloof in Ba te beschermen tegen de verbreiding van het Bartholicisme. Veel leden van de Munati waren priesters of lieten zich opleiden tot priester. De geheimzinnigheid van de organisatie leidde tot allerlei beschermingsmaatregelen en het verbergen van kennis en informatie voor de ingewijden die zich niet voldoende hadden bewezen. Vast staat dat de Munati hun eigen cultus ontwikkelden die wel een basis had in het Ba-dom maar vooral ging om het opbouwen van macht en invloed in de samenleving vanuit de schaduwen. Na de bevrijdinging van de Dardanen en het herstel van het Ba-dom bleven de Munati echter intact. De Kerk ontdekte een complexe samenzwering gedurende de Kascamandrische Opstand waar de Munati in betrokken waren. Pogingen om de organisatie te ontmantelen mislukten en de Kerk besloot de Munati daarop in de ban te doen en Ilendre Munates Trivas tot ketter uit te roepen. Sindsdien blijven er geruchten opduiken dat de Munati nog altijd bestaan en hun werkterrein hebben uitgebreid over heel Epis Azuli. De onderzoekers van de Kerk blijven daarom actief op jacht naar deze groepering.
 
Sosia Evionun
(7353-7409)
Over een ding zijn de historici het eens en dat is dat Sosia Evionun geen religieuze opleiding heeft genoten. Zij pretendeerde een priesteres te zijn maar verzon in feite een eigen Ba-cultus met haarzelf als hogepriesteres in het zuiden van Kilvendri. Zij kon zo leven in gemak en weelde en gaf weinig om wat er met haar cultus gebeurde na haar dood. De Evioni namen het echter vrij serieus en breidden zich in omvang uit tot zij de aandacht van de Kerk op zich kregen en tot ketters werden verklaard. Desondanks hield de cultus het lang uit en werd pas halverwege de 76 eeuw uitgeroeid.
 
Balia Setis Ophiton
(7456-7514)
Over de Ophitoni, zoals de leden van de cultus die opgericht is door Balia Setis Ophiton worden genoemd, is zeer weinig bekend. Zij staat bekend als een geheime Ba-cultus waarin de leden in een afgezonderde omgeving wijden aan de devotie tot Ba. Zij ontstond tegen het einde van de 75e eeuw in Kilvendri en lidmaatschap was zeer exclusief. Balia Setis Ophiton was van adellijke afkomst en wilde geen open beweging. Weigering van de Ophitoni om openheid te geven over hun activiteiten en rituelen aan de Kerk, zelfs alleen de hoogste leiders, leidde ertoe dat zij Setis Ophiton tot ketter verklaarde. Goedkeuring van de Kerk was essentieel voor elk genootschap of beweging om bestaansrecht te behouden. Sindsdien zijn de Ophitoni ondergronds gegaan waar zij eerst open waren over hun exclusieve lidmaatschap. Hoewel de Kerk verschillende leden over de eeuwen heeft opgepakt en berecht vermoed zij dat de Ophitoni niet geheel verdwenen zijn.
 
Melchizea Atenganos
(7474-7526)
Met de bevrijding van Hargast en Kascamandri met steun van Laudania werd het Ba-dom hersteld als officiële religie. De Laudanen wensten hun variant te introduceren. Het Ba-dom in Kascamandri was zo lang onderdrukt geweest dat de banden met de Kardionieke Kerk zwak waren. Melchizea Atenganos dacht hier anders over en stelde voor een onafhankelijke Kerk te vormen in Kascamandri en Hargast. Zij vond veel steun en ontwikkelde een Ba-Kerk met eigen Kascamandrisch karakter. Zij vond echter veel tegenstand maar zij zette door. Uiteindelijk kwam Kascamandri in opstand tegen de Laudanen en hierin speelde zij ook weer een rol. In 7526 werd zij echter vermoord. De schuldige was onduidelijk al wees men vooral naar de Laudanen. Het was echter de Kardionieke Kerk die het meeste voordeel had en de leidende rol op zich nam. De Atenganosi, zij die de nieuwe Kerk van Atenganos wilden handhaven, kwamen in verzet en bedreigden het vredesproces. Met steun van de Vorst van Hargast werden de Atenganosi vervolgd door de Kardionieke Kerk. De Kascamandrische Opstand vond duidelijk een basis bij de Atenganosi en toen er vrede werd gesloten, waarbij de Kardionieke Kerk een belangrijke rol speelde, eiste de Kerk dat de edelen accepteerden dat Melchizea Atenganos tot ketter werd verklaard in haar Kerk volledig verboden werd. Hoewel de Atenganosi als groep verdwenen zijn, hebben de ideeën van Atenganos de eeuwen overleefd en zijn er Kascamandrische nationalisten die van mening zijn dat een eigen Kerk hen meer onafhankelijkheid geeft.
 
Fritrexi Mazonas
(7560-7623)
De plaats van Fritrexi Mazonas in de lijst van ketters is enigszins controversieel. Na de Kascamandrische Opstand zocht hij naar verzoening en richtte een broederschap op die de Mannen van Ba werd genoemd en waar iedereen lid van kon worden. Hij wilde hiermee de banden tussen alle delen van Epis Azuli versterken via de gedeelde verering van Ba. Obscuur hierin was dat alleen mannen lid konden worden en dat het niet lang duurde voor het broederschap werd omgeven door geheimzinnigheid en geruchten van exclusiviteit, rangordes en rituelen die veel leken op die van Ba-missen terwijl de Mazonasi, zoals ze intussen bekend stonden, geen enkele religieuze opleiding hadden genoten. Het hoofd van het broederschap werd geleid door een Grootmeester met onder hem meerdere Meesters. Binnen de Kardionieke Kerk zijn er veel die Mazonas tot ketter willen verklaren en dat het broederschap verboden wordt. Hierover is echter nog altijd geen definitief besluit genomen. De reden is mogelijk dat de Grootmeester wel openheid heeft gegeven aan een aantal kerkleiders en zij geen afwijkende of storende elementen hebben geconstateerd. De Mazonasi worden wel om de zoveel decennia gecontroleerd, maar critici stellen dat de Mazonasi eenvoudig kunnen doen alsof het onschuldig is wat zij doen bij controles.

Menu

Get Firefox!
Deze site kan het best bekeken worden in Mozilla Firefox

Valid HTML 4.01 Transitional

Valid CSS!